48 Schoalvergroting 1977
Langzamerhand greujden de kosten van het hele onderwies zoodoanig dat de ‘bezitters’ van andelen, bedrieven, geld, goederen deur hun stemgedrag gemeentelijk, provinciaal en landelijk de politiek ‘kapitalistisch’ begonnen te beïnvloeden. De ‘märktwerking’ wier op tal van oaverheidsveurzieningen lös-eloaten. Dat wier met een heel mooi woord ‘liberalisatie’ eneumd. Ze sprakken oke wel van de ‘zich terugtrekkende’ oaverheid. De ‘hebberts’ kregen hun kans, esteund deur de zoogeneumde sociale liberalen en de liberale socialen. Solidair wèèn verdween veur een groot deel. De inkomsten en bezittingen van de kapitalisten greujden en greujden en diee luu schreeuwden alsmöör härder en härder dat het onderwies völs te duur wier. ‘Schaalvergroting in het onderwijs’ wier een sleutelopmerking. Met ofgriezen heurden Gerrit alle ärgumenten döör veur an: Binnen hetzelfde instituut kon makkelijker deurstreuming plaatse vinden, indivduele begeleiding en begeleiding an kleine groepen zol makkelijker kunnen, leerkrachten zollen hun werk nieet meer oaver verschillende instituten hoven te spreiden, de oaverheid kon de financiering makkelijker regelen deur ieder instituut jöörlijks een ‘zak met geld’ te geven um alles te betalen. De werkelijke reden van de schoalvergroting was “ordinaire bezuniging”. De honoräria van niejintredende docenten wieren ‘in-ekrompen’.
De onderwiesopleidingen in Apeldoorn en Dèventer, ene KLOS, twee P.A.-s kregen de opdracht zoo te goan samenwerken dat ter op den duur één instituut zol wèèn veur opleiding van onderwiezer(s)(essen) en kleuterleidsters.
De driee opleidingen kregen döör een uutvoerige brieef oaver van ‘Het Departement’.
De driee directeuren stakken de koppen bie mekäre en besloaten wèkelijks met alle collega’s te vergaderen oaver samenwerking in de praktijk. Diee vergaderingen wieren in Apeldoorn eholden, in de aula van de P.A. döör. Een vertegenwoordiging van de Schooladviesdienst Apeldoorn was döörbie anwezig.
Het wieren gezellige middagen: alle neerlandici bie mekäre, alle wiskundigen, alle biologen, alle ‘opvoeders’ en goa zoo möör deur. Het bleek al gauw dat samenwerken gin kwestie was van proaten, möör van doon. Döör konden de leerkrachten enkeld an werken deur mekaers lessen bie te wonen.
Um nog bèter de praktijk van schoalvergroting te belèven, brachten de driee directeuren met ene onderdirecteur, Gerrit, een bezeuk an een onderwiesinstituut in een plaatse in Zuud-Holland. Helaas hef Gerrit nooit ontholden hoevölle leerlingen (kwekelingen) nöör diee schole too gingen. Feitelijk onthield Gerrit möör twee dinger van dat bezeuk: de prachtige autorit deur de Betuwe, alles stond in bleuj; de gesprekken met docenten en kwekelingen wären gezellig.
Tiedens de gesprekken bleek, dat ter gin enkel veurdeel bie de schoalvergroting was econstateerd, möör wel een groot noadeel: Het onderwies was een stuk duurder eworden in plaatse van goedkoper!
In Apeldoorn dejen ze dus möör dom deur! Gerrit was achterof bliej dat hee an de samenkomsten mee-edoan had, want wat Nederlands betreft: de Stichting Leerplanontwikkeling ging der zich mee bemeujen. Gerrit most weer op cursus!