218 Wispoëzie V
Piet Hazegras
Ik moest de stelling bewijzen:
“Van een rechthoekige driehoek
is de som van het kwadraat
van de rechthoekszijden
gelijk aan het kwadraat
van de schuine zijde of hypotenusa”
Het bleek de stelling van Pythagoras
die, ik zeg het maar bij deze
een heel erg knappe kerel was
dat heeft hij wel bewezen
Ik ging er echt voor zitten en
construeerde een rechthoekige driehoek
zette op elke zijde
een vierkant af naar buiten
Ik bewees daarna dat de oppervlakte
van de vierkante ramen
op de rechthoekszijden samen
gelijk was aan die op de hypotenusa
Doe het mij maar eens na
Om zijn naam nooit te vergeten
Heb ik hem met plezier altijd
Piet Hazegras geheten
Zijn stelling blijft voor mij dus vast
de stelling van Piet Hazegras