30 Musée Schlumberger

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES 2 Gepubliceerd: maandag 21 mei 2012

Vriedes nammen ze een rustdag. Het was een onrustige nacht ewest met een boel onweer en de bliksem was nieet van de lucht. Ze hadden dus slecht esloapen en Gust had gin zin sloaperig te goan riejen. Hee ging wat lèzen oaver een stuksken Normandië ietskes ten noordoosten van Villers en hee stuitten op Pont-l’Eveque en Crèvecoeur-en-Auge. Wat hee der oaver las, was interessant genog een tochtjen der nöörtoo te maken. Dat most soaters dan gebeuren. Hee ging eerst möör ens met Tine oaverleggen. Hee vertelden haer dat in het gerestaureerde Château, Middeleeuws kasteel, van Crèvecoeur het Schlumberger Museum evestigd was oaver de breurs Schlumberger uut de Elzas. Diee hadden in het begin van disse eeuw wat edoan met elektriciteit en öliewinning en bieveurbeeld uutevonden hoe of ze eerdölie konden opsporen. Hee zei dat e döör niks van snapten en in dat museum kieken wol hoe of dat ging. Tine wol wel graag mee, möör ze wol dan de kinder Blanchard wel meenemmen. Dat vond Gust natuurlijk prima. Hee oaverlegden met Blanchard en ‘Monsieur’ vond dat zien kinder döör een boel van leren konden.

Het was tien uur diee zoaterdagmärgen toen ze vertrokken. Eerst rejen ze met zien vieven nöör Pont-l’Evèque, ofwel ‘De Bisschopsbrugge’. Het was een korte möör ofwisselende route van zeuventien kilometer. Ze brachten een kort bezeuk an de prachtige olde kerke. Toen gingen ze in de plaatse wat winkelen en kochten een paer baguettes en limonade. In de auto atten en dronken ze wat. Toen rejen ze nöör Crèvecoeur. Met de Michelinkaerte leidden Mireille hun oaver Valsemé, Bonnebosque, Leaupartie en Carrefour St. Jean nöör het Schlumberger Museum. Het viel Gust op dat Mireille “Sjluumberzjèèr” zei en nieet ‘Sjloemberker’. Hee vroeg haer wöörumme zee diee Duutse name in het Frans uutsprak. Het antwoord was heel simpel: De breurs wären geboren in de Elzas as Fransen. Zee wären wereldbereumd eworden onder de öliemensen as “Français”. En döör wazzen de Fransen trots op. Gust zei döörop dat hee beniejd was wat of ze te zieen en te heuren kriegen zollen.

Um een uur of ene wären ze der. Dat was völs te vrog, want het museum ging pas um driee uur lös, wat hun uut de Michelin-gidse al bekend was. In het gezellige Crèvecoeur gingen ze wat drinken.

Crèvecoeur-en-Auge, Härtzeer(of dieep verdrieet) in Voerbak (värkenstrog). Wiee gef in vredesname een woonplaatse zon name?! Gust vroeg het an Jean. Diee snapten der oke niks van. Hee haalden tenminsten de scholders op.

Weerumme bie het museum kwam hun een Nederlandse familie integen. Ze besloaten de bezichtiging samen te goan doon. Het museum was een oapenböring! Enkeld de toogangskaerte al. Dat was een zwärt-wit kunstwerksken van zon dertien bie twintig centimeter, verpakt in een deurzichtige umslag van zuugpapier. Met deurop gestileerd de volgende gebuiwkes: La Porterie, La Ferme, Le Colombier, La Grange, Le Château et La Chapelle. Verder stond terop Gust zien kaerte: MUSEE SCHLUMBERGER CREVECOEUR EN AUGE, Entrée: 5 Francs – No 0009692 – Musée de la recherche pétrolière – R.N. 13 LISIEU – CAEN – Fermé le mardi –Tél. (31) 63 02 Crèvecoeur. Op het zuugpapier stond vanof  La Porterie de looproute met pieltjes op een stippelliene anegeven.

Gust, Tine en de kinder snapten lange nieet alle termen diee bie de diaveurstelling in La Ferme oaver hun uutestort wieren. Dat öliewinnig een wereldumvattende zaak is, bleek uut de wereldkloot van wööruut de dia’s töt hun kwammen. De doeventil, de korenschure met döörin de moderne boormiddelen, de boerderieje met inhold gavven een prachtig beeld van de moderne ölieboringen. Het kasteel bevatten modellen diee dudelijk teunden hoe of de ölie opespoord en ewonnen wordt. Wat een uutvinders, diee Schlumbergers! … Jammer feitelijk veur disse uutputtende tied. … Duurzaam?

 

 

Musée Schlumberger 

 

Op vrijdag namen ze een rustdag. Het was een onrustige nacht geweest met veel onweer en de bliksem was niet van de lucht. Ze hadden dus slecht geslapen en Gust had geen zin slaperig te gaan rijden. Hij ging wat lezen over een stukje Normandië even ten noordoosten van Villers en hij stuitte op Pont-l’Eveque en Crèvecoeur-en-Auge. Wat hij er over las, was interessant genoeg om er een tochtje heen  te maken. Dat moest op zaterdag dan gebeuren. Hij ging eerst maar eens met Tine overleggen. Hij vertelde haar dat in het gerestaureerde Château, Middeleeuws kasteel, van Crèvecoeur het Schlumberger Museum gevestigd was over de gebroeders Schlumberger uit de Elzas. Die hadden in het begin van deze eeuw wat gedaan met elektriciteit en oliewinning en bijvoorbeeld uitgevonden hoe ze aardolie konden opsporen. Hij zei dat hij daar niets van begreep en in dat museum kijken wou hoe dat ging. Tine wou wel graag mee, maar ze wou dan de kinderen Blanchard wel meenemen. Dat vond Gust natuurlijk prima. Hee overlegde met Blanchard en ‘Monsieur’ vond dat zijn kinderen daar veel van konden leren.

Het was tien uur die zaterdagmorgen toen ze vertrokken. Eerst reden ze met zijn vijven naar Pont-l’Evèque, ofwel ‘De Bisschopsbrug’. Het was een korte maar afwisselende route van zeventien kilometer. Ze brachten een kort bezoek aan de prachtige oude kerk. Toen gingen ze in de plaats wat winkelen en kochten een paar baguettes en limonade. In de auto aten en dronken ze wat. Toen reden ze naar Crèvecoeur. Met de Michelinkaart leidde Mireille hen over Valsemé, Bonnebosque, Leaupartie en Carrefour St. Jean naar het Schlumberger Museum. Het viel Gust op dat Mireille “Sjluumberzjèèr” zei en niet ‘Sjloemberker’. Hij vroeg haar waarom zij die Duitse naam in het Frans uitsprak. Het antwoord was heel eenvoudig: De broers waren geboren in de Elzas als Fransen. Zij waren wereldberoemd geworden onder de oliemensen als “Français”. En daar waren de Fransen trots op. Gust zei daarop dat hij benieuwd was wat  ze te zien en te horen zouden krijgen.

Om een uur of één waren ze er. Dat was veel te vroeg, want het museum ging pas om drie uur open, wat hun uit de Michelin-gids al bekend was. In het gezellige Crèvecoeur gingen ze wat drinken.

Crèvecoeur-en-Auge, Hartzeer(of diep verdriet) in Voerbak (varkenstrog). Wie geeft in vredesnaam een woonplaats zo’n naam?! Gust vroeg het aan Jean. Die begreep er ook niets van. Hij haalde tenminste de schouders op.

Terug bij het museum kwam hun een Nederlandse familie tegen. Ze besloten de bezichtiging samen te gaan doen. Het museum was een openbaring! Alleen de toegangskaart al. Dat was een zwart-wit kunstwerkje van zo’n dertien bij twintig centimeter, verpakt in een omslag van doorzichtig papier. Met daarop gestileerd de volgende gebouwtjes: La Porterie, La Ferme, Le Colombier, La Grange, Le Château et La Chapelle. Verder stond er op Gust zijn kaart: MUSEE SCHLUMBERGER CREVECOEUR EN AUGE, Entrée: 5 Francs – No 0009692 – Musée de la recherche pétrolière – R.N. 13 LISIEU – CAEN – Fermé le mardi –Tél. (31) 63 02 Crèvecoeur. Op het doorzichtige papier stond vanaf  La Porterie de looproute met pijltjes op een stippellijn aangegeven.

Gust, Tine en de kinderen begrepen lang niet alle termen die bij de diavoorstelling in La Ferme over hen uitgestort werden. Dat oliewinning een wereldomvattende zaak is, bleek uit de wereldbol van waaruit de dia’s tot hen kwamen. De duiventil, de korenschuur met daarin de moderne boormiddelen, de boerderij met inhoud gaven een prachtig beeld van de moderne olieboringen. Het kasteel bevatte modellen die duidelijk toonden hoe de olie opgespoord en gewonnen wordt. Wat een uitvinders, die Schlumbergers! … Jammer feitelijk voor deze uitputtende tijd. … Duurzaam?

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk