28 Professeur Gust

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES 2 Gepubliceerd: maandag 14 mei 2012

Monsieur et Madame Blanchard mosten zich de dertienden en de veertienden bezigholden met de viering van de ‘Quatorze Juillet’, de nationale feestdag in Frankriek. Ze wären döör zeer nadrukkelijk bie betrokken: herdenkingen bie monumenten veur gesneuvelden in de völle Franse oorlogen, kermissen in de umgeving, het ‘feu artifice’ in Villers-sur-Mer op de oavend van de dertienden en al zoo meer. Gust en Tine trokken op disse dinsdag, op verzeuk van de olders, de hele dag met Jean, Pierre en Mireille op. De kleineren wären bie een tante onderebracht in het städjen. Dit wier veur Gust en Tine dus een echte rustdag. Ze klungelden wat rond op de camping en releksten heerlijk, lieten zich ondertussen veurlichten oaver de ‘Histoire de France’, deur de kinderen van Blanchard. Gust was egrepen deur hun historisch besef. Verbeeldden hee het zich of wären disse kinder bèter op de heugte van hun ‘Vaderlandse Geschiedenis’ as de Nederlandse kinder van diee van ‘De Nederlanden’?  Hee stelden hun vroagen oaver de Middeleeuwen, de tied van de Franse Koningen, hee ging in op het liederlijke lèven van Lodewijk de Veertienden en de opvolgende ‘nummers’, möör hoast ginene vroage bleef onbeantwoord. Mireille merkten trouwens op dat Tine, “Tante”, der oke een heleboel vanof wist. “Mais”, zei Jean, “mon oncle – en hij wees op Gust – parle la langue français meilleur que ma tante!” Hee vond zelfs dat Gust bèter Frans sprak as hee, veural bie ‘les verbes irréguliers’, de onregelmoatige werkwoorden. Of Gust hem döör ens mee helpen wol. De lessen van Mevrouw Buis wären dus nieet veur niks ewest, zelfs Franse kinderen hadden der noe nog wat an. En zoo raakten Gust in het onderwies, dacht hee bie zieneigen. Het begon met ‘faire’ – ‘doen of maken’ -, Jean vervoegden härdnekkig ‘vous faisez’ in plaatse van ‘vous faites’, en döörnoa kwammen der tientallen werkwoorden an de order. In een schoolschrifken hield Jean alle verschillende soorten of ‘klassen’ netjes bie. Gust had altied edacht dat enkeld Nederlandse kinder meujte hadden met de sterke en zwakke werkwoorden, möör hee had noe al gauw deur dat het bie de Fransen minstens zoo erg was. In Engeland zol het dan oke wel wat wèèn!

Mireille bemeujden der zich oke al gauw mee. Zee bleek een natuurtalent te wèzen op taalterrein! Gust maakten döör handig gebruuk van. Hee zetten Mireille an het corrigeren van de schriftelijke werkjes van Jean. De kinder hadden zon plezier met mekäre dat het weer de andacht trok van Pierre. Diee kwam der oke al gauw bie en zoo had hee al gauw een klein scheultjen, want nog meer kinder wilden meedoon: twee Nedrlandse meikes en een Grieks jungesken. Gust had het oaverzicht.

Tine had ondertussen zitten lèzen in een bakvissenbook van Ineke: ‘Een zomer van Let Verhage’, van Nel van der Vlis, “een echt meidenbook”, zooas zee later zei. Toen ze het uut had, kwam ze ens èven kieken wat ter allemoale gangs was bie Gust. Zee wier helemoale enthousiast en zee deej dalijk mee!

En zoo wier der volop scheultjen espöld, met as middelpunt ‘Frans’. Het was veur Gust een prachtige belèvenis! Butendat beseften hee plotseling dat hee ook in zien eigen land nog völle meer veur kinder betekenen kon as hee ooit edacht had. Het hoofden nieet enkeld bie financiering te blieven van projecten veur jeugdigen diee steun neudig hadden veur studie en onderdak. Hee kon op zien eigen höltjen studerenden goan begeleiden!

Toen Tine en hee diee oavend nöör het strand wandelden um nöör het “feu artifice” te goan kieken, dat an de veuroavend van veertien juli egeven wier, begon hee der met haer oaver. Tine zei nieet verbaasd te wèèn: “Möör …. Iej mot dan eerst een onderwiesbevoegdheid halen, bieveurbeeld de Middelböre Onderwiesakte Frans…”. Gust zuchtten. Döör most hee met Mevrouw Buis oaver proaten, zei e. …

 

Professeur Gust 

 

Monsieur et Madame Blanchard moesten zich de dertiende en de veertiende bezighouden met de viering van de ‘Quatorze Juillet’, de nationale feestdag in Frankrijk. Ze waren daar zeer nadrukkelijk bij betrokken: herdenkingen bij monumenten voor gesneuvelden in de vele Franse oorlogen, kermissen in de omgeving, het ‘feu artifice’ in Villers-sur-Mer op de avond van de dertiende enzovoort. Gust en Tine trokken op deze dinsdag, op verzoek van de ouders, de hele dag met Jean, Pierre en Mireille op. De kleineren waren bij een tante ondergebracht in het stadje. Dit werd voor Gust en Tine dus een echte rustdag. Ze klungelden wat rond op de camping en ontspanden heerlijk, lieten zich ondertussen voorlichten over de ‘Histoire de France’, door de kinderen van Blanchard. Gust was gegrepen door hun historisch besef. Verbeeldde hij het zich of waren deze kinderen beter op de hoogte van hun ‘Vaderlandse Geschiedenis’ dan de Nederlandse kinderen van die van ‘De Nederlanden’?  Hij stelde hun vragen over de Middeleeuwen, de tijd van de Franse Koningen, hij ging in op het liederlijke leven van Lodewijk de Veertiende en de opvolgende ‘nummers’, maar bijna geen vraag bleef onbeantwoord. Mireille merkte trouwens op dat Tine, “Tante”, der ook heel veel vanaf wist. “Mais”, zei Jean, “mon oncle – en hij wees op Gust – parle la langue française meilleur que ma tante!” Hij vond zelfs dat Gust beter Frans sprak dan hijzelf, vooral bij ‘les verbes irréguliers’, de onregelmatige werkwoorden. Of Gust hem daar eens mee helpen wou. De lessen van Mevrouw Buis waren dus niet voor niets geweest, zelfs Franse kinderen hadden er nu nog wat aan. En zo raakte Gust in het onderwijs, dacht hij bij zichzelf. Het begon met ‘faire’ – ‘doen of maken’ -, Jean vervoegde hardnekkig ‘vous faisez’ in plaats van ‘vous faites’, en daarna kwamen er tientallen werkwoorden aan de orde. In een schoolschriftje hield Jean alle verschillende soorten of ‘klassen’ netjes bij. Gust had altijd gedacht dat alleen Nederlandse kinder moeite hadden met de sterke en zwakke werkwoorden, maar hij had nu al gauw door dat het bij de Fransen minstens zo erg was. In Engeland zou het dan ook wel wat zijn!

Mireille bemoeide er zich ook al gauw mee. Ze bleek een natuurtalent te wezen op taalterrein! Gust maakte daar handig gebruik van. Hij zette Mireille aan het corrigeren van de schriftelijke werkjes van Jean. De kinderen hadden zo’n plezier met elkaar dat het weer de aandacht trok van Pierre. Die kwam er ook al gauw bij en zo had hij al snel een klein schooltje, want nog meer kinderen wilden meedoen: twee Nederlandse meisjes en een Grieks jongetje. Gust had het overzicht.

Tine had intussen zitten lezen in een bakvissenboek van Ineke: ‘Een zomer van Let Verhage’, van Nel van der Vlis, “een echt meidenbook”, zoals ze later zei. Toen ze het uit had, kwam ze eens even kijken wat er allemaal liep bij Gust. Ze werd helemaal enthousiast en ze deed dadelijk mee!

En zo werd er volop schooltje gespeeld, met als middelpunt ‘Frans’. Het was voor Gust een prachtige belevenis! Bovendien besefte hij plotseling dat hij ook in zijn eigen land nog veel meer voor kinderen betekenen kon dan hij ooit gedacht had. Het hoefde niet alleen maar bij financiering te blijven van projecten voor jeugdigen die steun nodig hadden voor studie en onderdak. Hij kon op zijn eigen houtje studerenden gaan begeleiden!

Toen Tine en hij die avond naar het strand wandelden om naar het “feu artifice” te gaan kijken, dat aan de vooravond van veertien juli afgestoken werd, begon hij er met haar over. Tine zei niet verbaasd te zijn: “Möör …. Iej mot dan eerst een onderwiesbevoegdheid halen, bieveurbeeld de Middelböre Onderwiesakte Frans…”. Gust zuchtte. Daar moest hij met Mevrouw Buis over praten, zei hij. …

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk