17 Töt zieens, Meester ... !

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES 2 Gepubliceerd: donderdag 29 maart 2012

“Vandage goa ik mien bureau ens oprumen”, zei Gust tegen Tine noa de koffie. “Binnen is het lekker koel, ’t is mien hier buten te heite, ook in de schaduw”. Rieeten daken wären toch wel fein, ze hielden en de vrieeskolde en de zunnehitte buten de deure. Gust liep nöör zien werkkamertjen en trok de boavenste bureaula lös. De boavenste map zetten hem metene an het lèzen an, want ter stond met grote letters op: ‘Conversatielessen Frans 1969-1970’. Toen dacht hee plotseling an de olde mevrouw Buis, leräres Frans. Zee woonden met haer man, oke leraer Frans, nog altied an de ‘Lookersdiek’ in het ‘Nieje Plantsoen’ in Dèventer. In negenenzestig had hee conversatieles van haer ehad en döörveur most hee ene keer in de wèke nöör ‘Chez Nous’, het grote huus in het ‘Nieje Plantsoen’ achter de diek. Hee had les enommen, umdat hee met völle Fransen te maken kreeg in zien werk. Hee was toen oke lid eworden van de ‘Alliance Française’ in Dèventer; döör was e trouwens altied nog lid van. Boavenop lei een tekst, met de hand eschreven. Het was eschreven in dichtvorm. Hee las: ‘Adieu, monsieur le professeur’ – Hugues Aufray (1968) – Les enfants font une farandole. Et le vieux maître est tout ému: Demain, il va quitter sa chère école. Sur cette estrade, il ne montera plus. Refrain: Adieu, monsieur le professeur. On ne vous oubliera jamais. Et tout au fond de notre coeur, ces mots sont écrits à la craie. Nous vous offrons ces quelques fleurs, pour dire combien on vous aimait. On ne vous oubliera jamais! Adieu, monsieur le professeur.

Une larme est tombée sur sa main. Seul, dans la classe, il s’est assis. Il en a vu défiler, des gamins, qu’il a aimés tout au long de sa vie. Refrain … .

De beaux prix sont remis aux élèves. Tous les discours sont terminés. Sous les préau, l’assistance se lève. Une derrière fois les enfants vont chanter: Adieu, monsieur le professeur … (refrain).

Hee wier der bie het lèzen weer helemoale stille van. Van binnen dan … . Toen mevrouw Buis het veur hem zong met haer zuvere muzikale stemme, had hee al de rillingen oaver het lief veulen lopen. Dat geveul kreeg e noe weer. Möör automatisch greep e een löög velleken. Hee wol dit vers in zien dialekt hebben, al was het oke zonder de mooie riemen. Hee zocht een potlood en krabbelden met zien hanepoten: ‘Ofscheid van een schoolmeester’, vertaald uut het Frans in het dialekt: De kinder vormt een boage. En de olde schoolmeester is helemoale van de kaerte: Mergen geet hee zien lieeve schole verloaten. Op disse verheuging zal hee nooit meer stoan. Töt zieens, Meester, wiej zult Meester nooit vergèten! En dieepe in onze härten bint disse woorden met kriet eschreven. Wiej bieedt Meester  disse blomen an um te vertellen hoevölle wiej van hem holdt! Wiej zult Meester nooit vergèten! Töt zieens, Meester … . Der is een troane op zien hand evallen. Hee is goan zitten, allenig, in de klasse. Hier hef hee ze veurbie zieen goan, zien blagen, van wiee hee zien hele lèven lang zal blieven holden. Töt zieens, Meester … . Der bint schitterende priezen oaverhandigd an de leerlingen. Der bint een boel lofredes of-estoaken. Op de oaverdekte spölplaatse stoat ze allemoale op. De kinder goat veur de laatste keer zingen: Töt zieens, Meester … !

Zelluf had Gust nooit ofscheid hoven nemmen van een schoolmeester diee met pensioen ging, en toch kon hee helemoale met  Hugues Aufray mee veulen.

Hee ging met zien ‘dichtsel’ nöör Tine. Hee nam het vers van Hugues mee. Tine las beiden en ze keek hem lieefdevol an. “Iej kunt dichten”, zei zee. “Het riemt egensnieet”, antwoordden e. Tine vrog wat dat zol … . Butendat was het op zien minst kunstproza, vond zee. Gust las het nog een keertjen härdop veur. Hee heurden dat het ‘echt’ klonk.

Toen ging hee weer an het werk … . Hee betrapten zich terop dat hee het Franse lieed nog helemoale uut zien heufd kenden … . Ze mosten neudig nog ens weer nöör Frankriek!

 

Tot ziens, Meester … ! 

 

“Vandage goa ik mien bureau ens oprumen”, zei Gust tegen Tine na de koffie. “Binnen is het lekker koel, ’t is mien hier buten te heite, ook in de schaduw”. Rieten daken waren toch wel fijn, ze hielden zowel de vrieskou als de zonnewarmte buiten de deur. Gust liep naar zijn werkkamertje en trok de bovenste bureaula uit. De eerste map zette hem meteen aan het lezen, want er stond met grote letters op: ‘Conversatielessen Frans 1969-1970’. Toen dacht hij plotseling aan die oude mevrouw Buis, lerares Frans. Zij woonde met haar man, ook leraar Frans, nog altijd aan de ‘Lookersdiek’ in het ‘Nieje Plantsoen’ in Deventer. In negenenzestig had hij conversatieles van haar gehad en daarvoor moest hij één keer in de week naar ‘Chez Nous’, het grote huis in het ‘Nieje Plantsoen’ achter de dijk. Hij had les genomen, omdat hij met veel Fransen te maken kreeg in zijn werk. Hij was toen ook lid geworden van de ‘Alliance Française’ in Deventer; daar was hij trouwens altijd nog lid van. Bovenop lag een tekst, met de hand geschreven. Het was geschreven in dichtvorm. Hij las: ‘Adieu, monsieur le professeur’ – Hugues Aufray (1968) – Les enfants font une farandole. Et le vieux maître est tout ému: Demain, il va quitter sa chère école. Sur cette estrade, il ne montera plus. Refrain: Adieu, monsieur le professeur. On ne vous oubliera jamais. Et tout au fond de notre coeur, ces mots sont écrits à la craie. Nous vous offrons ces quelques fleurs, pour dire combien on vous aimait. On ne vous oubliera jamais! Adieu, monsieur le professeur.

Une larme est tombée sur sa main. Seul, dans la classe, il s’est assis. Il en a vu défiler, des gamins, qu’il a aimés tout au long de sa vie. Refrain … .

De beaux prix sont remis aux élèves. Tous les discours sont terminés. Sous les préau, l’assistance se lève. Une derrière fois les enfants vont chanter: Adieu, monsieur le professeur … (refrain).

Hij werd er bij het lezen weer helemaal stil van. Van binnen dan … . Toen mevrouw Buis het voor hem zong met haar zuivere muzikale stem, had hij al de rillingen over het lichaam voelen lopen. Dat gevoel kreeg hij nu weer. Maar automatisch greep hij een leeg velletje. Hij wou dit vers in zijn dialekt hebben, al was het ook zonder de mooie rijmen. Hij zocht een potlood en krabbelde met zijn hanepoten: ‘Ofscheid van een schoolmeester’, vertaald uut het Frans in het dialekt: De kinder vormt een boage. En de olde schoolmeester is helemoale van de kaerte: Mergen geet hee zien lieeve schole verloaten. Op disse verheuging zal hee nooit meer stoan. Töt zieens, Meester, wiej zult Meester nooit vergèten! En dieepe in onze härten bint disse woorden met kriet eschreven. Wiej bieedt Meester  disse blomen an um te vertellen hoevölle wiej van hem holdt! Wiej zult Meester nooit vergèten! Töt zieens, Meester … . Der is een troane op zien hand evallen. Hee is goan zitten, allenig, in de klasse. Hier hef hee ze veurbie zieen goan, zien blagen, van wiee hee zien hele lèven lang zal blieven holden. Töt zieens, Meester … . Der bint schitterende priezen oaverhandigd an de leerlingen. Der bint een boel lofredes of-estoaken. Op de oaverdekte spölplaatse stoat ze allemoale op. De kinder goat veur de laatste keer zingen: Töt zieens, Meester … !

Zelf had Gust nooit afscheid hoeven te nemen van een schoolmeester die met pensioen ging, en toch kon hij helemaal met  Hugues Aufray mee voelen.

Hij ging met zijn ‘dichtsel’ naar Tine. Hij nam het vers van Hugues mee. Tine las beide en ze keek hem liefdevol aan. “Iej kunt dichten”, zei ze. “Het riemt egensnieet”, antwoordde hij. Tine vroeg wat dat nu hinderde … . Bovendien was het op z’n minst kunstproza, vond ze. Gust las het nog een keer hardop voor. Hij hoorde dat het ‘echt’ klonk.

Toen ging hij weer aan het werk … . Hij betrapte zich erop dat hij het Franse lied nog helemaal uit zijn hoofd kende … . Ze moesten nodig weer eens naar Frankrijk!

 

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk