7 Johannes Post ... ?!

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES 2 Gepubliceerd: woensdag 29 februari 2012

Tom Evers, nog altied wachtmeester bie de Rijkspolitie in Diepenveen, was een handige keerl. Hee leidden Gust recht oaver Olst – Wieje – Zwolle – Staphorst – Meppel  nöör de kazerne. Ze konden allemoale ondertussen luusteren nöör de berichten oaver de radio. Der wier bekend emaakt dat zeuven Zuudmolukse jongeren uut Boavensmilde de trein ekaapt hadden en dat bienoa tegelieke het Indonesische consulaat in Amsterdam deur zeuven Molukkers bezet was. Het was dudelijk wöörumme: Nederland had zien belofte veur de Molukkers een eigen onafhankelijke republiek in Indonesië  te scheppen, nieet eholden en ook de Indonesische regering wilden an de stichting van zon republiek nieet meewerken. Vanof eenenvieftig, dat meenden Gust te weten, zatten de Molukse KNIL-militairen noe al op een eigen pleksken in de wereld te wachten en noa bienoa viefentwintig jöör was dat ter nog nieet. Gust vond dat een schande! Hee keurden de handelwieze van diee jongeren nieet goed, möör hee kon zieneigen hun doad heel goed veurstellen.

Hee vertelden zien gedachten an zien passagiers. Tom zei der niks op, en dat zei genog. Käreltjen en Marjolein wären van dezelde mening as hee. Veur kwärt veur ene stonden ze op de grote plas van de kazerne. Gust was vlak bie het monument van Johannes Post met de grote  V van Victorie eland. Toen ze voot an de grond zetten, kwam de kazernecommandant met uutgestoaken hand op hun of. Ze gavven de overste allemoale een hand en hee neudigden ze uut mee te goan nöör de officiersmess. Döör ontmoetten Tom zien moats, Marjolein andere dokters, Käreltjen en hee, Gust, andere al of nieet militaire verpleegkundigen. De overste nam het woord. Hee deelden mee dat verdere plannen um de oavervallers  töt andere gedachten te brengen, deur de minister van justitie, de heer van Agt, uuteenezet zollen worden. Diee nam het woord en begon met zien bekende zachte ‘gjee’ met de opmerking dat ter niks oaver zien woorden elekt worden mocht. Toen ontvolden hee zien plannen.

Hee was een hallef uurken an de proat. Toen neudigden de commandant alle anwezigen uut veur de moaltied in de manschappenkantine. Gust zag op zien klöksken dat het ondertussen ook al kwärt oaver ene was. Hee had best trek. Ze stakken met zien allen de exercitieplaatse oaver en döör kon Gust de snert al roeken.

Toen ze allemoale an de lange toafels zatten, met zon vieftig mensen, vroeg de legeraalmoezenier um een eugenbliksken stilte. Döörnoa sloeg ongeveer de helfte een kruusken, een teken wöörvan Gust heupten, dat het nieet op het graf van één van de anwezigen of van de oavervallers te stoan kwam! Wiel de erwtensoep met graagte deur hemzelluf nöör binnen elèpeld wier, keek Gust oke of en too de riejen langes. Noast hem zat Dries van Agt met zien haviksköpken , zien anti Kuifjekuufken en zien Heilige Moder-gezichte. Hee kon het nieet helpen, möör diee vergeliekingen drongen noe één keer zien hersens binnen. Hee schaamden zieneigen veur diee gedachten, möör toch … .

Hee mocht nieet oaver Dries zien toospraak lullen, möör hee had wat ezegd oaver schieeten … ! Hee keek nöör de adjudant diee  de anti-terreurgroep leidden. Met hem was hee opelopen nöör de éétzaal. Hee kenden hem van ‘vrogger’, toen hee nog bie de marechaussee in Dèventer zat an de Brinkgreverweg, in de jören dertig. Diee ging dit jöör met functioneel lèèftiedsontslag, had e ezegd en hee hoapten dat hee oke disse keer gin mensen hoofden dood te schieeten, en zeker nieet zien vrinden, de Molukkers van het KNIL of hun kinderen.

Johannes Post, diee Drentse verzetsman, döör ko’j diee adjudant mee vergelieken. Helaas wol zien name hem nieet te binnen schieeten … . “Johannes Post?!” zei e toen. Dries keek verbaasd nöör hem op.

  

7 Johannes Post … ?! 

 

Tom Evers, nog altijd wachtmeester bij de Rijkspolitie in Diepenveen, was een handige kerel. Hij leidde Gust recht over Olst – Wijhe – Zwolle – Staphorst – Meppel  naar de kazerne. Ze konden allemaal ondertussen luisteren naar de berichten over de radio. Er werd bekend gemaakt dat zeven Zuidmolukse jongeren uit Bovensmilde de trein gekaapt hadden en dat bijna tegelijkertijd het Indonesische consulaat in Amsterdam door zeven Molukkers bezet was. Het was duidelijk waarom: Nederland had zijn belofte voor de Molukkers een eigen onafhankelijke republiek in Indonesië  te scheppen, niet gehouden en ook de Indonesische regering wilde aan de stichting van zo’n republiek niet meewerken. Vanaf eenenvijftig, dat meende Gust te weten, zaten de Molukse KNIL-militairen nu al op een eigen plekje in de wereld te wachten en na bijna vijfentwintig jaar was dat er nog niet. Gust vond dat een schande! Hij keurde de handelwijze van die jongeren niet goed, maar hij kon zich hun daad heel goed voorstellen.

Hij vertelde zijn gedachten aan zijn passagiers. Tom zei er niets op, en dat zei genoeg. Kareltje en Marjolein waren van dezelfde mening als hij. Voor kwart voor één stonden ze op het grote plein van de kazerne. Gust was vlak bij het monument van Johannes Post met de grote  V van Victorie geland. Toen ze voet aan de grond zetten, kwam de kazernecommandant met uitgestoken hand op hen af. Ze gaven de overste allemaal een hand en hij nodigde hen uit mee te gaan naar de officiersmess. Daar ontmoette Tom zijn maats, Marjolein andere dokters, Kareltje en hij, Gust, andere al of niet militaire verpleegkundigen. De overste nam het woord. Hij deelde mee dat verdere plannen om de overvallers  tot andere gedachten te brengen, door de minister van justitie, de heer van Agt, uiteengezet zouden worden. Die nam het woord en begon met zijn bekende zachte ‘gjee’ met de opmerking dat er niets over zijn woorden gelekt worden mocht. Toen ontvouwde hij zijn plannen.

Hij was een half uurtje aan de praat. Toen nodigde de commandant alle aanwezigen uit voor de maaltijd in de manschappenkantine. Gust zag op zijn horloge dat het ondertussen ook al kwart oaver één was. Hij had best trek. Ze staken met zijn allen de exercitieplaats over en daar kon Gust de snert al ruiken.

Toen ze allemaal aan de lange tafels zaten, met zo’n vijftig mensen, vroeg de legeraalmoezenier om een ogenblikje stilte. Daarna sloeg ongeveer de helft een kruisje, een teken waarvan Gust hoopte, dat het niet op het graf van één van de aanwezigen of van de overvallers te staan kwam! Terwijl de erwtensoep met graagte door hemzelf naar binnen gelepeld werd, keek Gust ook af en toe de rijen langs. Naast hem zat Dries van Agt met zijn havikskopje , zijn anti Kuifjekuifje en zijn Heilige Moeder-gezicht. Hij kon het niet helpen, maar die vergelijkingen drongen nu één keer zijn hersens binnen. Hij schaamde zichzelf voor die gedachten, maar toch … .

Hij mocht niet over Dries’ toespraak kletsen, maar hij had wat gezegd over schieten … ! Hij keek naar de adjudant die  de anti-terreurgroep leidde. Met hem was hij opgelopen naar de eetzaal. Hij kende hem van ‘vroeger’, toen hij nog bij de marechaussee in Deventer zat aan de Brinkgreverweg, in de jaren dertig. Die ging dit jaar met functioneel leeftijdsontslag, had hij gezegd en hij hoopte dat hij ook deze keer geen mensen hoefde dood te schieten, en zeker niet zijn vrienden, de Molukkers van het KNIL of hun kinderen.

Johannes Post, die Drentse verzetsman, daar kon je die adjudant mee vergelijken. Helaas wou zijn naam hem niet te binnen schieten … . “Johannes Post?!”, zei hij toen. Dries keek verbaasd naar hem op… .    

    

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk