167 République des machinations

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: dinsdag 10 januari 2012

De donderdag begon erg regenachtig. Pas in de loop van de middag gingen Jan en Top inkopen doen in Sarrebourg. Ze kregen de opdracht souvenirs te kopen, voor ieder eentje, en cadeautjes voor Tine, Oma, Ineke en Peter. Ze slaagden in de supermarkt “Gro”. Top kwam natuurlijk weer uitgebreid in het Frans aan de praat, deze keer  met een vakkenvuller van de zaak. Jan praatte al gauw mee. Het was een heel jonge kerel, François, die uitgebreid ging vertellen over zijn zo juist beëindigde zomervakantie van een maand in Amsterdam. “Quelle Ville! Quelle Ville!” Toen temperde hij zijn stemgeluid en begon bijna fluisterend te vertellen over zijn avonturen. Ze hadden hem uitgebreid gewaarschuwd voor zakkenrollers! En daar had hij wat op gevonden. Hij had een oude kapotte portefeuille met nepbankpapier in de “poche de derrière”, kontzak, gestoken, zo duidelijk zichtbaar, dat een zakkenroller die zeker niet zou laten zitten. En dat was lachen geblazen! Toen hij op de drukke ‘Dam’ liep, hoorde hij snelle voetstappen achter zich, greep onmiddellijk naar zijn derrière en had de pols van een dief in een ijzeren greep. Meteen daarna had hij hem in de houdgreep genomen. Binnen een minuut had hij twee politiemannen op zijn nek. Ze arresteerden niet enkel de zakkenroller, maar ook François, want … hij was in het bezit van nepgeld. Ze werden beiden naar een politiebureau gesleurd! Het had hem heel wat moeite gekost uit te leggen hoe hij aan dat Franse geld kwam. Gelukkig sprak de dienstdoende commissaris niet alleen goed Frans, hij liet ook merken dat hij François vertrouwde! “Il étais un homme sans .. eh .. . machinations!” François vond hem recht door zee.

Hij vertelde dat hij op de ‘Dam’ veelvuldig in gesprek geweest was met de langharige hippies. In het Frans en Engels had hij veelvuldig met ze gecommuniceerd. Maar wat hij niet begreep, was dat zij van hun land spraken als ‘un pays des machinations’, een land vol gekonkel, achterbaks gedoe en achterkamertjespolitiek. “Mais non, monsieur Meester, la Hollande n’est pas un Royaume des ‘Machinations’, au contraire. La France est une République des Machinatons! Il y a beaucoup d’intrigues”.

Hij vertelde van zijn avonturen in het ‘Vondelpark’ met de Hollandse meisjes. De openlijke vrijages die hij daar had meegemaakt, ook tussen gelijke geslachten. In Frankrijk waren de meeste mensen wat dat betreft maar achterbaks volgens hem. Top zei dat hij dat betwijfelde. Hij wees op de mogelijkheden voor jongelui in de Franse hoofdstad, Parijs. François moest Amsterdam niet vergelijken, “… pas comparer avec Sarrebourg”, zei Jan heel wijs.

Het flaneren door de Kalverstraat had François heel leuk gevonden. De hele wereld aan rassen was er te zien. Hij zei eerlijk dat hij Amsterdam gezelliger vond dan Parijs. Ook de musea van Amsterdam vond hij leuker: ”Les musées sont plus charmants!” zei hij. Maar het mooiste vond hij het uit het hart spreken van de meeste Nederlandse hippies: “Ils parlent à coeur ouvert”.

Hij had een boottocht door de Amsterdamse grachten gemaakt, “une promenade en bateau”. Daar had hij ontzettend van genoten. Eigenlijk zou hij ontzettend graag in Amsterdam gaan wonen en werken, maar hij wilde eerst goed Nederlands leren. Hij had les genomen. Top vroeg onmiddellijk bij wie. “Chez monsieur Aernout, professeur et fonctionnaire municipal”.

Top en Jan begonnen te lachen en ze zeiden dat ze die wel kenden.

Nadat Jan het volledige adres van François genoteerd had, namen ze afscheid van hem. Ze reden snel weer naar de camping om te laten zien wat ze gekocht hadden. Uitgebreid vertelden ze over hun gesprek met François.

“Eigenlijk noemde François Frankrijk dus “Republiek Konkelfoes”, zei Judith. Daar had Top nog helemaal niet bij stilgestaan. Hij knikte bevestigend. 

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk