162 Romeinse resten

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: woensdag 07 december 2011

Vrijdag de elfde reden ze naar Sarrebourg. Markdag was het. Jan kocht er een ‘Tintin’, een ‘Kuifje’ dus.  Boodschappen deden ze in de ‘Super Marché’. Topzelf kocht een krant uit de regio. Feitelijk hadden ze na het bezoek aan de markt een dagtocht willen maken, maar het begon te regenen, dus maar snel terug naar de camping.

Ieder ging nu zijn eigen gang. Top ging onder de luifel zijn krant zitten ‘spellen’. Frans lezen bleef moeilijk! Hij pakte er zijn ‘Zakwoordenboek Frans’ maar bij. Moeizaam ontcijferde hij een klein artikel over opgravingen in St. Ulrich, waar veel Romeinse resten en een Gallo-Romeinse villa ontdekt waren. Het was feitelijk dichtbij! Richting Sarrebourg rijden en dan de handwijzer volgen. Hij zocht de anderen op. Iedereen was opgetogen over die opgravingen. Ze zouden de volgende dag een bezoek brengen aan St. Ulrich.

 

Zaterdagmorgen tien uur. Top en de ‘drie musketiers’, zoals Marcel Clément, René, Hans en Eddy noemde, zaten in Tops auto. Judith, Jan en Marcel volgden hen. Binnen drie kwartier hadden ze oude Romeinse nederzetting gevonden. Judith maakte er eerst een foto van de mooie openluchtkapel. Toen waagden ze het erop het met roodwitte linten afgebakende terrein van de ‘Villa’ op te gaan. Een groep vrouwelijke studenten ‘Oudheidkunde’ kwam onmiddellijk op hen af. Ze drongen als het ware op naar Top. “Il est très bronze”, zei er één. Top begon te lachen. Blijkbaar vonden de dames hem de knapste haan in dit kippenhok!

Twee heren schoven de dames min of meer aan de kant. Ze stelden zich netjes voor, maar hun namen klonken zo Frans, dat Top ze meteen weer vergat. De jongste bleek de directeur van het Museum van Oudheden in Sarrebourg te zijn, de oudste was blijkbaar hoogleraar in de Archeologie, want hij werd aangesproken als ‘monsieur le professeur’. Hij maakte hen duidelijk dat zij eigenlijk helemaal niet op dit terrein komen mochten, met het oog op diefstal van oudheden, zoals tegeljes van tweeduizend jaar geleden, maar dat hij en de directeur van het museum in Sarrebourg, nu zij beiden hier toch waren, graag een rondleiding geven wilden voor in totaal zeven francs. Voor dat bedrag ontvingen ze dan ook ieder nog een entreebiljet voor het museum in Sarrebourg. De directeur had nota bene die kaartjes bij zich! Top hapte natuurlijk dadelijk toe.

De rondleiding was één feest, Resten van het bad kregen ze te zien, van een soort centrale verwarming, keukengerei en  … mozaïekvloeren. Kleine, nog gave en kleurrijke tegeltjes, vierkant, als centrum van zeshoekige, op de vierkanten aangesloten tegeltjes, vormden een prachtig hoewel zwaar beschadigd geheel. De ‘professeur’ was zo bevlogen aan het uitleggen dat hij niet zag dat Jan een stukje tegel met veel rood en blauw opraapte en in zijn zak stak. Top deed alsof hij het niet zag: Aan een boom zo volgeladen … .

Top bedankte in zijn beste Frans de rondleider en de directeur. Hij eindigde met, ook tegen de dames, “au revoir”. Toen reden ze terug naar de camping.

’s Avonds was er op het meer een feestelijke rondvaart van verlichte boten, georganiseerd door een afdeling oud-marinemensen. Hoewel hem de illuminatie wat tegenviel, vond Top het toch een feestelijke opening rondom de viering van de veertiende juli. Hij merkte wel dat de meeste Fransen op de camping er ook zo over dachten.

Die nacht sliep hij heerlijk en op zondag de dertiende kon hij er weer goed tegen. Het werd een zeer hete dag. Ze hielden zich voornamelijk op in de schaduw. De camping stroomde steeds voller met Fransen die er de veertiende juli kwamen vieren. Het werd een drukte van belang en er was veel moois aan kampeerspullen te zien.

Wel lieten dagjesmensen in het toiletgebouw een grote smeerboel achter!

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk