160 Mooie dagen

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: maandag 05 december 2011

Ze waren heel laat in de slaapzakken gekropen, Top dacht snel in slaap te vallen, maar de stilte werd plotseling verbroken door een geweldig geschreeuw en gelal. Het lawaai moest de hele camping wel wakker houden. Het hield wel een uur aan. Plotseling klonken er een paar zware stemmen. Top hoorde zoiets van “Bitte, Ruhe, die Leute möchten schlafen…!” maar zeker was hij er niet van. Het werd stil. Ze sliepen allemaal een gat in de dag.

Het was die zondag prachtig zonnig weer. Ze besloten op de camping te blijven luieren in zon en schaduw en … op het meer. In de middag kwamen twee mannen van de gendarmerie op bezoek. Ze haalden de knapen, Duitsers, die de nachtrust verstoord hadden, bij elkaar. Wat er met de ‘heren’ besproken werd, konden ze niet horen. Wel waren die na het gesprek opmerkelijk rustig. Jan ging met zijn campingvriend, Marcel Clément, elf jaar, met de rubberboot naar het meer. Eddy, Hans en René gingen in hun zwembroek mee. Ze mochten met de jongens in de grote boot. Toen Top later ging kijken, zag hij dat ze enorm veel schik hadden. Op het rooster van het nieuwe oventje maakten Top en Judith voor iedereen de lekkerste dingen klaar. Voor het avondeten bakte Top Vogezische aardappeltjes rauw op. Die gebakken piepers smaakten met doperwten, knakworst en een tomatensausje uitstekend. De dag was feitelijk veel te snel voorbij. De volgende dag, maandag, wilden ze eigenlijk een autotochtje maken, maar iedereen vond het te warm daarvoor. Ze besloten in ieder geval die morgen op de camping door te brengen. Daarna zouden ze wel verder zien. “Kamperen is ‘niet te ver vooruitzien en genieten van het ogenblik’”, zei Jan. Top vond dat prachtig uitgedrukt.

Jan kon die middag zijn kennis van de Franse Taal goed toetsen. Een Fransman nodigde hem namelijk uit met hem en zijn zoon Pascal te gaan zeilen: “C’est meilleur avec trois”, zei hij. Hij kwam na dat uitje opgetogen terug. Hij had een zak “Grill-Holz” gevonden, die de Duitse jongens van die bewuste nacht achtergelaten hadden; ze waren namelijk van de camping gezet, vandaar dat ze zo rustig waren geweest. Het oventje kon dus weer heerlijk gebruikt worden.

Dinsdag de achtste werd het snikheet. Door gebrek aan wind kon Jan niet zeilen. Het werd zo drukkend dat een noodweer wel komen moest. Dronken Duitse jongelui zwierven ’s avonds tot een uur of twaalf over de camping. Ze hielden Top en waarschijnlijk ook de anderen wakker. Een nieuwe Duitse buurman had een groot stuk plastic over zijn tent gespannen. Dat begon plotseling te ritselen. Top kwam onmiddellijk overeind en binnen een minuut ging er een orkaan van lawaai over de camping. Die duurde maar een paar minuten. Toen vond hij het plotseling akelig stil worden! Dan klonk er een kakofonie van stemmen door de stilte! Top ging naar buiten. De anderen zag hij ook. Wat een ravage op de camping: in elkaar gewaaide tenten, weggewaaide luifels, omgeblazen caravans, huilende en lachende kampeerders in nachtgoed. Daartussen slingerden de zatte knapen!

Ze gingen hun eigen schade opnemen: wat gebroken scheerlijnen en verder niets. Jan herstelde gauw de schade, bijgelicht door Hans. Eddy en René gaven zogenaamd aanwijzingen. Het was een leuk gezicht. Top genoot er inwendig lachend van.

Toen de rust hersteld was en hun hulp onmogelijk of nergens meer nodig was, ging Top weer slapen. Gelukkig kon één Duitse buurman, die van zijn tent nog maar de helft over had, bij een “Dauerkämpfer” in.

Woensdag de negende was het prachtig zeilweer. Jan ging weer met Pascal en zijn vader mee zeilen. Top en de anderen genoten van Franse parachutisten die boven het meer hun sprongen oefenden. Sommigen durfden een enorm lange vrije val te maken, een pracht gezicht, vooral met de verrekijker.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk