121 Parachutisten

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: dinsdag 11 oktober 2011

Het was nauwelijks licht toen ze weer voeren. Gelukkig was het helder weer. Het zicht was goed. Ze waren al snel op het Sneekermeer. Het was zonnig geworden, maar het was wel koud. Er was geen schip te zien. Het water was net een spiegel. Plotseling klonk er motorgeronk in de lucht. Het geluid bleek afkomstig van een tweemotorig watervliegtuig, onmiddellijk herkenbaar aan de twee drijvers die eronder bevestigd waren. Top herkende het type vliegtuig onmiddellijk. Het was een ‘Havilland Canada DHC-6 Twinotter’. Het was vast een Canadees legertoestel. In Canada werd het vliegtuig gebruikt voor vluchten met parachutisten. Het kon zo’n twintig passagiers vervoeren.

Het vliegtuig begon boven de ‘Sint Joris’ te cirkelen. Top groette met de Nederlandse vlag. Tine en Jos zag hij steeds verbaasder kijken, toen het toestel al lager en lager cirkelde. Uiteindelijk ‘landde’ het op het meer, ongeveer honderd meter schuin aan bakboord achter hun schip. Het taxiede tot naast de ‘Sint Joris’. De piloot stapte uit de cockpit en daalde af naar de rechter drijver. Hij zette de handen aan de mond en schalde over het water: “Kunt U hier straks parachutisten uit het water oppikken? Wij hebben hier een oefening in noodsprongen boven het water!”

Top schreeuwde terug: ”Ga rustig Uw gang! U ziet dat wij onze sloep achter het schip hebben hangen. Hoeveel zijn het er?”

“Drie, en wij landen daarna, om ze weer van U over te nemen!”

De piloot klom weer naar binnen, startte zijn motoren en ging op veel kracht vooruit. Het toestel had een geweldige afstand nodig om los te komen van het water. Toen begon het cirkelen boven de ‘Sint Joris’ opnieuw, tot het toestel voldoende hoogte bereikt had om de lading te ‘lossen’. Toen ging de deur van de passagierscabine open. Ongeveer tien seconden na elkaar kwamen drie opgerolde pakketjes naar buiten in een vrije val tot zo’n honderd meter boven het wateroppervlak voor de voorsteven van het schip. Er was een zacht zuidenwindje, zodat ze enkel maar nog verder van het schip zouden kunnen ‘wateren’. Dat gebeurde dan ook. Toen zat Jos al in de motorsloep en trok de buitenboordmotor ‘aan’.

De springers lagen enkele tientallen meters uit elkaar in het water. Hun ‘vesten’ waren automatisch gebold, zodat ze bleven drijven. Jos pikte ze een voor een op en sleurde hun valschermen binnenboord. Hij voer de drie mannen in hun wetsuits in camouflagekleuren naar de ‘Sint Joris’. Daar gingen ze langs de korte touwladder aan boord. De wetsuits bleken goede druippakken, want binnen de kortste keren leken ze helemaal droog. De mannen stelden zich eerst voor. Het bleken drie commando’s te zijn. Top was de namen meteen weer kwijt, alleen het eerste deel van hun legernummers onthield hij: 51 .. . De kerels waren dus nog geen midden twintig.

Twee minuten later ‘waterde’ de ‘Havilland’. Hij kon helemaal langszij komen, want de vleugels van het vliegtuig staken ruim boven het dek van het jacht uit. De piloot groette vanuit de cockpit en hij stelde zich voor, maar zijn naam was niet te verstaan. De drie springers stapten met hun chutes over naar een van de drijvers en ze klommen de machine in. De motoren begonnen te ronken en met een lange aanloop steeg de ‘Havilland’ op.

“Hoe kump zon Canadees legervlieegtuug in Nederland?” vroeg Top zich hardop af. “Ik denke”, zei Jos. “dat het meedut met oefeningen van de NAVO”.  “Zol möör zoo kunnen”, zei Top.

De springoefening had veel oponthoud gegeven. In overleg besloten ze dus niet te proberen Suawoude te halen, maar te overnachten in Grouw, waar ze nog nooit geweest waren.

Ze voeren door het kanaal tot op het Pikmeer en voeren linksaf naar Grouw. “Schrieft de Friezen dat noe met of zonder ‘wee’?” vroeg Tine. “Zonder”, antwoordden Jos.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk