106 Motorjacht

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: maandag 26 september 2011

Een ‘Lemsteraak’ bezaten ze sinds negentien zeventig. Ze hadden hem van een Groninger hereboer gekocht, die er gewoon vanaf wilde. De prijs was alleszins meegevallen. Het schip leek op de schuit van Prinses Beatrix. Het had echter geen zeilopbouw, wat vreemd is voor zo’n jacht, en het was bruinwit.

De Groninger had de bouwgegevens erbij gedaan. Top had ze met de vaarkaarten voor zich liggen: Het schip was vijftien meter lang. De thuishaven was Delfzijl. Daar was het ook gebouwd. De lengte was vijftien meter van voor- tot achtersteven. De breedte was vier meter tachtig, de brede houten beschermbanden aan de boegen inbegrepen. De diepgang was precies een meter. Het schip was geheel van staal! Over de motor stond er niets vermeld, maar dat was een krachtige ‘diesel’, wist hij. Motorvermogen stond overigens niet vermeld. De Groninger had hem verteld dat het schip op de werf  ‘’t Dok’ in Delfzijl naar ‘eigen’ ontwerp was gebouwd. Daar wilde Top hem nu weer op de helling hebben voor schoonmaak en onderhoud.

 

In zeventig had hij meteen vaarlessen genomen. Hij was naar het kantoor van ‘Rijkswaterstaat’ in Deventer gegaan en hij werd ontvangen door de kantonnier, de heer Hoogers. Die hoorde hem rustig aan en hij ging met hem mee naar de jachthaven aan de Rembrandtkade. Ze gingen met de geelzwarte ‘waterwesp’ van ‘Rijkswaterstaat’. De heer Hoogers moest toch nog de vaargeulhoogten in de IJssel peilen, om de zoveel meter met de peilstok. Zijn chef, de bakenmeester, hield het roer.

Toen Meneer Hoogers de aak zag liggen, zei hij onmiddellijk: “Dät is een breurken van ‘De Groene Draeck’”, en hij begon te lachen. Top moest wel verbaasd gekeken hebben, want Hoogers vervolgde: “Hee heet “Auwerd”, möör diee name mot e nieet holden. Ik bin hopman van de waterscouting van de “President Steijngroep” in Dèventer en hier mot een schip liggen dat reclame veur ons maakt! Neumt het “President Steijn” en iej sponsort ons met oew name”. Maar dat weigerde Top, want met die dode president had hij niets. “Neumt het dan “Sint Joris”, dan kui’j desnoods diee greune draak ofmaken!” Dat vond Top een schitterende vondst. Niet omdat hij een hekel had aan Beatrix, integendeel! Maar om de woordspeling en … de reclame voor de “President Steijngroep”, want met scouting had hij wel iets.

“In order, dan krieg iej gratis vaarlessen van mien en iej kriegt de vaarreglementen en de regels van mien kedoo”. De bakenmeester vond het maar wat!

Top gaf schilder Pasman daarna meteen de opdracht de naam van de aak over te schilderen: ‘Sint Joris’.

Nu lagen al die paperassen voor Top op tafel. Bertus, zo mocht hij Hoogers voortaan noemen, had hem uitstekend praktisch en theoretisch les gegeven en hem zelfs een  door ‘Rijkswaterstaat’ ondertekend brevet overhandigd.

Top zocht de ‘vaarkaarten’ op  en zocht uit hoe hij met Tine na de eerste november naar Delfzijl varen zou:

Deventer – Zwolle – Kampen – Ketelbrug – IJsselmeer – Lemmer – Margrietkanaal – over Sneekermeer en Pikmeer – Bergumermeer – Van Starkenborchkanaal – Eemskanaal – ’t Dok bij Delfzijl. De eerste dag wilde hij tot Kampen varen, de tweede dag tot Lemmer, dan tot Sneek, vervolgens tot Suawoude, waar hij vrienden had wonen, Groningen en tenslotte Delfzijl.

Hij borg al zijn papieren in het ‘VAARBOEK’, bij het ‘LOGBOEK’. Toen stapte hij op de fiets, reed naar Kemper en vroeg daar de motor van de ‘Sint Joris’ een beurt te geven. 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk