80 Verdacht

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: woensdag 31 augustus 2011

Het was woensdag de twintigste februari. Top stond door het raam het grauwe erf op te kijken. Hij zag Meneer Coldeweij van de Rijkspolitie, post Diepenveen, aankomen met de fiets. Hij zag er zoals altijd weer massief, martiaal en streng uit. En toch was het zo’n vriendelijke kerel. Hij zag Top staan, wees op de deur. Top knikte. De ‘opper’ kwam binnen.

“Koffie?” vroeg Top, want het was exact tien uur. “Graag, want ik heb een heel ernstige zaak met U te bespreken”, zei Meneer Coldeweij.

Top riep Tine. Ze keek verrast, toen zij de opperwachtmeester zag. Komt U een arrestatie verrichten?” vroeg zij lachend. “Dat zou er wel van kunnen komen”, zei de ‘opper’. Tine zag zijn ernstige blik en reageerde: “Hhhmmm … ?”

Toen ging ze koffie zetten. Coldeweij en Top praatten ondertussen wat met elkaar over het mooie leven dat een ambteloos burger had. Coldeweij zou binnenkort ook gepensioneerd zijn!

Toen de koffie met Diepenveense moppen op tafel stond en Tine er ook bij was gaan zitten, nam Coldeweij het woord, ernstig. Hij vertelde dat een Morris of Austin 1100, donkergroen, een aanrijding veroorzaakt had in ’s-Hertogenbosch op woensdag de zesde februari jongstleden. Een getuige had kleur, merk en kenteken op kunnen nemen. De kleur was donkergroen, het nummer 99 – 16 - . De letters kon de getuige niet waarnemen. Het manke nummer was nagetrokken. Er was maar ene Morris 1100, donkergroen, met kenteken 99 – 16 – MH. “Dat is de wagen die op Uw naam staat”. Top begon smakelijk te lachen: “Op die woensdag waren Tine en ik thuis”. “Ook om vijftien uur, toen de aanrijding heeft plaatsgevonden?” Top zei dat ze toen echt thuis waren en dat één burgemeester, twee ministers en een schooljuffrouw daar getuigen van waren. De opperwachtmeester noteerde verwonderd en zichtbaar opgelucht de namen. Hij zei dat er dan blijkbaar een ander in de wagen gezeten had. “Mag ik de auto misschien even zien; er moet een kleine beschadiging aan de rechtervoorzijde zitten”. Top begon nog harder te lachen. “Inderdaad zit er een beschadiging daar!” Coldeweij keek nu heel ernstig en vroeg of hij de beschadiging zien mocht. Ze gingen gedrieën naar de wagenloods. De ‘opper’ keek. Inderdaad. “Dan is misschien iemand anders met Uw wagen daar geweest”. Top vertelde dat Jos die dag stage gelopen had aan een oefenschool en dat Ineke praktijkles gehad had in de tuin van Nieuw Rollecate. Coldeweij noteerde alles zeer nauwkeurig. Toen gingen ze weer naar binnen.

Toen ze weer zaten, bleek de grote mensenkennis van deze politieman, vond Top.

“Ik was er feitelijk al van overtuigd dat Uw auto het niet geweest was. U, Uw vrouw, Uw kinderen zouden nooit zoiets flikken! Daar bent U veel te eerlijk voor. Maar ik moest van de groepscommandant uit Schalkhaar alles natrekken. Hij kent U niet, ik wel!”

Hij stond op, gaf Top en Tine een hand, bedankte voor de koffie. “Wij trekken alles na. U hoort in ieder geval van ons”. En hij ging. Krijgshaftig greep hij het stuur van zijn fiets, alsof hij zijn groepscommandant straks te lijf zou gaan. Of schaamde hij zich ten onrechte!?

Top en Tine keken elkaar aan. Wat een zwaar beroep was het eigenlijk, dat van politieman. Al vertrouwde je de mensen nog zo, je moest ze altijd met wantrouwen behandelen. Top zag in gedachten Coldeweij naar zijn post in de Wechelerweg fietsen. Wat zou hij nu allemaal denken?

Een paar dagen gingen voorbij. ’s Zaterdags rinkelde ‘s morgens om acht uur de telefoon al. “Met Coldeweij. Ze hebben hem. Het was een jongen die net zijn rijbewijs had. De Austin was van zijn moeder! Die heeft hem zelf aangegeven! En mijn excuus en dat van Andrée. Hij vond dat hij het fout had aangepakt!” Andrée was de groepscommandant.

En ’s middags werd er een bos bloemen bezorgd. Kaartje: ‘Met verontschuldigingen’.  

 

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk