78 Voorspelling

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: maandag 29 augustus 2011

De telefoon rinkelde die maandag de vierde februari vierenzeventig. Top nam op. Hij hoorde onmiddellijk dat het de burgemeester was. Deze vertelde hem dat minister Jos van Kemenade woensdag de zesde komen wou met zijn secretaresse om dat bijzondere soort onderwijs op ‘Weltevreden’ eens mee te maken. Hoewel Top niets met de onderwijskundige ideeën van Van Kemenade had, te weinig onderwijs en te veel nivellering, gaf hij graag toestemming voor de komst. “Ik breng Juffrouw Kleiboer mee, het hoofd van de school in Uw dorp, waarmee de burgemeester zichzelf ook uitnodigde.

Top zocht meteen Tine op. Die was bezig te strijken. Hij vertelde waar het om ging. “Dan moeten wij huishoudelijke dingen ook goed tonen”, zei Tine. “Dit bijvoorbeeld laten zien door de jongens!” En zij wees op het strijkgoed. “We tonen alles”, zei Top. “Hij zal het beroepskeuzeonderwijs zo te zien krijgen, als het zijn moet in Nederland en niet enkel sociaal en maatschappelijk gericht, maar ook praktisch en wetenschappelijk!”

Woensdag, de zesde. Precies om twee uur rijdt de wagen van de minister het erf op. Top staat voor het raam te kijken. De tieners zijn met hun schoolwerk bezig. Guus staat te strijken. Gerrit vouwt het strijkgoed op. De anderen zijn met taal, wiskunde, talen enzovoort bezig. Ze kijken allemaal meteen op. Top geeft hun een teken net te doen of er niets aan de hand is. Ze reageren meteen. Hij gaat naar buiten. Juffrouw Kleiboer, die hij niet kent, en de heren worden door de burgemeester aan hem voorgesteld: “Minister van Kemenade van Onderwijs, Minister Boersma van Sociale Zaken, de chauffeur, Meneer Trommel”.

Top vond het een vondst van de burgemeester ook de ministeriële chauffeur uit te nodigen. Die had waarschijnlijk meer verstand van onderwijs dan alle anderen bij elkaar, juffrouw Kleiboer uitgezonderd dan!

Van Kemenade wilde zijn chauffeur nog naar de auto sturen. Hij zei tenminste: “Ga maar ergens rusten. Om vier uur rijden we terug”. Boersma zei daarop: “Meneer Trommel moet met ons meekomen, hij heeft toch ook onderwijs genoten! Waarschijnlijk heeft hij heel originele ideeën!”

Dus ging de ondergeschikte als gelijkwaardige mee naar binnen. Top genoot en hij keek even naar de burgemeester. Die gaf hem een knipoogje van verstandhouding.

De jongelui, Lange Jan, Jos en Tine werden aan ieder voorgesteld. Toen begon een interviewuurtje, waarin de ‘opschöttelingen’ over zichzelf, hun opvoedingsmoeilijkheden, de mogelijkheden bij dit kleinschalige onderwijs met alle praktische oefenmogelijkheden daarbij, tekst en uitleg gaven.

Toen gingen ze de hoeven rond om de praktijk te tonen met de verbouw van gewassen, al waren de akkers nog kaal, maken van zuivelproducten, gezond kippen fokken en dieren houden, winkelpraktijken. Karel toonde speciaal voor de chauffeur wat men van een trekker praktisch leren kon. Van Kemenade en Boersma waren enthousiast.

Toen ze samen weer in het ‘schoollokaal’ zaten, zei Jos van Kemenade dat dit nu zijn ideaal was. Zo moest de ‘Middenschool’ worden die hem voor ogen stond. In principe zou ieder die moeten volgen van het twaalfde tot het zestiende jaar om in die tijd te leren kiezen welk beroep men zou gaan uitoefenen.

Toen liet de chauffeur zich ontvallen: “Dat kan helemaal niet. Dit soort onderwijs kan enkel bij schaalverkleining. Alle is tegenwoordig gericht op schaalvergroting! Alleen al daardoor is uw ‘Middenschool’ gedoemd te mislukken!”

De ministers namen snel afscheid. Juffrouw Kleiboer zei onder het weggaan zacht: “Meneer Trommel heeft gelijk”.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk