77 Blauwe brieven
Ze zaten met z’n vieren om de tafel, de drie boeren en Top. Het was weer tijd de biljetten voor de inkomstenbelasting in te vullen. Dorst wist dat Top verstand had van boekhouden, want hij was op de handelsschool geweest immers! Hij wist ook dat sinds februari drieënzeventig zijn financiële plaatje er nogal anders uitzag. Hij wilde dus weten wat er te ‘versieren’ viel op belastinggebied. Daarom had hij overlegd met beide buren om over de tactiek van het invullen van het IB-biljet te praten met Top. Die wist vast wel kunstjes met betalen in natura, giften in natura, landbouwsubsidies en milieuzorgvergoedingen. Hoewel Top helemaal geen zin had wat voor voorlichting ook maar te geven aan zijn buren, omdat het enkel tot fraude op niet te grote schaal zou kunnen leiden, was hij toch tegemoet gekomen aan de wens van de drie om te vergaderen.
Gezellig maar gespannen zaten ze alle drie aan de koffie op die januaridag aan het eind van de maand. Ze praatten eerst wat over koetjes en kalfjes, varkens, kippen, winkelwaren, ijsmaken, zuivelverwerking en ze constateerden dat de zaken bij alle drie voortreffelijk liepen. Het “schooltje” kreeg aparte aandacht. De mannen wilden weten wat “Bladergroen” nu achteraf gezien had opgeleverd. Top had op die vraag gerekend. Hij had een verslag gevraagd van Lange Jan. En hij vertelde daaruit. Hans was theoretisch zo ver gekomen dat hij zeker in september naar de slagersvakschool kon. Erna zou waarschijnlijk de MAVO kunnen gaan volgen en misschien zelfs in de tweede beginnen. Van Gerrit was al zeker dat hij naar de derde van de HAVO kon. Teun kon naar de LTS en dat combineren mat een MAVO-opleiding. Mientje zou ondanks haar kleine hersenbeschadiging naar de MAVO kunnen. Welmoed zou hoogstwaarschijnlijk naar het VWO kunnen, atheneum of gymnasium. Guus zou makkelijk naar de HAVO kunnen. Hij was een geweldig sporter. Daarom wilde hij daarna naar de Academie voor Lichamelijke Oefening. En wat Karel betreft, ze wisten allemaal dat hij de boerderij van Dorst over zou nemen later. Hij ging natuurlijk naar de landbouwschool.
De mannen ware zeer tevreden!
Maar nu de blauwe brieven! “Mensen, noe mo’j ens èven heel goed nöör mien luusteren. Iejluu hebt allemoale oew eigen bookholder of accountant of consulent; diee hef töt noe altied jullie angifte volgens de regels van de wet inevuld. Dat mo’j hem of haer noe, oaver drieeënzeuventig, weer loaten doon. Ik hebbe een ander biljet as oeluu, een P-biljet en dat vul ik nöör mien nieje situatie as ambteloos burger in. En dan ziee we wel wat ter uutrolt. Möör deur de mazen van het belastingnet glippen is altied too-estoan! Döörveur is noe ene keer de belastingcontrole! Dat hef niks met eerlijkheid te maken. Zoo mot ik nog zieen of mien kerkelijke giften eslikt wordt! Iejluu mot oaver het invullen van het biljet oke gin onderlinge ofspraken maken. Dat is veur de belastingdienst het makkelijkst. De meeste controles bint oppervlakkig. Diee ambtenären bint oke möör mensen. Zoo gauw de inspecteur zich termee geet bemeujen, mo’j uutkieken!”.
Hij zweeg, keek zijn buren een voor een aan. Hij zag dat ze gerustgesteld waren. Ze wisten ook wel dat je van “Konkelfoes” zeggen kon wat je wilde in het negatieve, maar dat de belastingdienst een volstrekt open en eerlijke zaak was!
Opgelucht gingen de mannen naar huis. Top ging naar het dorp. Hij moest nodig een paar nieuwe schoenen hebben. Die kocht hij al sinds jaar en dag bij de schoenenzaak van Pas aan de Dorpsstraat. Nomen est Omen. Die zat daar al jaren. Gerrit Pas en zijn vrouw Ali wisten precies welk merk schoenen hij en Tine droegen. Gerrit kwam meteen uit de werkplaats, waar hij zat te verzolen. Dat kon je door de open deur zien. Hij greep na een kort gesprek dadelijk het goede merk en de goede maat. De schoenen pasten perfect. “Botter bie de vis”, zei Top. En hij betaalde contant.