75 IJssellinie

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: vrijdag 26 augustus 2011

Driekoningen was voorbij. De dag erna was Top de kerstboom aan het ontmantelen. Hij deed het met wat weemoed, want hij wist uit ervaring hoe januari op hem af zou komen. Ontmantelen, mooi woord feitelijk, de mantel van iets afhalen, de bekleding weghalen, zodat onherkenbaar wordt wat iets geweest is. Deze kerstboom was nu geen kerstboom meer, het was weer een gewone spar.

Hij was klaar met koffietijd. Op deze maandag waren alle jongelui weer vol goede moed aan het werk gegaan. De ‘koffieschoft’ werd erg gezellig. Daarna hielpen ze hem de kuip met spar naar de deel te dragen.

Hij keek naar buiten. Het was somber weer maar droog. Koud was het niet. Hij besloot een eindje te gaan fietsen. Het woord ‘ontmantelen’ had hem namelijk op een idee gebracht. Hij wilde alle ontmantelde bunkers, tanks, waterkeringen van de IJssellinie nog eens bekijken. Die linie was in de beginjaren vijftig aangelegd van ongeveer Nijmegen tot Kampen en in Salland hadden ze daar heel wat van mee gekregen. Als die linie in gebruik genomen was, bij een landaanval van het Oostblok, was Oost-Nederland tussen de Sallandse Heuvelrug en de Veluwe, totaal onder water gezet. Hondderdduizenden Nederlanders zouden opgeofferd worden om honderdduizenden Hollanders te redden! Dat was in het geheim bekonkeld achter de rug van de oostelijke inwoners van Nederland. Allemaal gekonkelfoes!

Als reserveofficier had hij op herhalingsoefeningen daar ook nog aan moeten meewerken! Hij mocht helpen de ondergang van de familie voor te bereiden!

Hij pakte de fiets en reed door het Randerpad en de Bockhorsterstraat naar “De Haere”, waar veel bunkers stonden die bij de IJssellinie hoorden. Hij reed eerst naar de Hengforder school, die nu geen school meer was, maar werkplaats van een aannemer. Die woonde in het huis waar de hoofdmeester gewoond had, naast de school. Hij ging aan de Zandwetering staan, op het bruggetje in de Diepenveenseweg, keek waar een van de Amerikaanse tanks ingegraven was. De geschutsloop was uit de koepel gehaald, maar de rest zat nog in de grond.

“Weerumme op de plaatse van de misdoad?” hoorde hij plotseling naast zich. Hij herkende de stem. Die hoorde bij Meneer Nijkamp; die woonde verderop aan de Diepenveese weg, in de buurt van de haakse bocht naar het “Wijnbergen”. Nijkamp woonde in een kleine bungalow. Hij was daar midden vijftig komen wonen als zijnde burgerambtenaar in militaire dienst, als beheerder, bewaker van de verdedigingswerken op en rondom “De Haere”.

“Ik wazze net van plan te kieken hoe verre ze bint met het oprumen van de olde troep uut de bunkers”, zei hij. “Dan loop ik met oe mee”.

Ze liepen langs de “Ganzenbrink”, de boerderij van Daggert, gingen linksaf naar “De Haere”, gingen eerst kijken bij de in de negentiende eeuw gebouwde ruïne, waar alles nog bij het oude was. Ze liepen langs de verwaarloosde Franse tuin. “In de jören twintig wier diee nog prima onderholden deur de tuinbaas Hendrik Kortlang”, zei Top. “Hoe weet iej dat?” – “Hendrik Kortlang was een ome van mien. Noa zien dood bin ik nog ens hier ewest met zien vrouwe, Tante Cor. Diee hef mien uutvoerig dööroaver verteld. Begin dertig is Kortlang nöör een groot buten in Zeist egoan”. – “Iej kun ter wel een book oaver schrieven”. – “Meschiens doo ik dat ook nog wel ens!”

Ze liepen door het weiland achter het kasteel. Ze staken de dijk naar de rijksweg over, liepen naar wat de hospitaalbunker had moeten worden. In de herinnering van luitenant Top hadden daar ooit enkel geweren, stenguns en brenguns gelegen. Nu stond de stalen deur open en kwam hun de stank van hopen stront tegemoet die er verspreid door ‘bezoekers’ gedeponeerd waren. Mooi hospitaal!

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk