63 Torentje

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: zondag 14 augustus 2011

Top stak de spoorwegovergang over en wandelde tot aan het ‘Kerkpad’. Op de hoek van ‘Kerkpad’ en ‘Sallandsweg’ stond de ambtswoning van de burgemeester. Hier was de familie Crommelin in zevenenvijftig komen wonen, na het verdwijnen van Burgemeester Van der Most. Crommelin was een totaal andere kerel. Het was een Engels aandoende heer, wat in dit Engelse landschap uitstekend paste. Hij gedroeg zich als een herenboer, een lord, die zijn kerkdorpen Okkenbroek, Lettele, Schalkhaar en Diepenveen traditioneel landelijk houden wilde en het economische toerisme zoveel mogelijk wilde tegenhouden. Dat was Top uit het hart gegrepen. Als hij op zijn vele wandelingen Diepenveense mensen ontmoette, deed hij alsof hij ze kende en maakte altijd een praatje. Ondanks zijn aristocratische uiterlijk, knickerbox-achtig, en zijn adellijke innerlijk, was hij een zeer beminnelijk mens, die door de meeste inwoners van Diepenveen op handen gedragen werd. Zijn vrouw trouwens nog meer. Zij was een ‘Huissen van Kattendycke’. Zij was een gewaardeerd lid van de “Bond van Nederlandse Plattelandsvrouwen”, afdeling Diepenveen en zij bezocht regelmatig de wintervergaderingen van die bond.

Top keek naar het kleine torentje. Daar was vast de werkkamer van de burgemeester. Terwijl

hij daar stond, werd de zware voordeur van de villa geopend.

Burgemeester en Mevrouw kwamen naar buiten om hun zondagse wandeling te gaan maken.

Zij kwamen over het grindpad aangelopen. “Goedenmiddag, meneer Meester”, zei de burgemeester. “U wilt vast weten of dat daarboven mijn ‘Torentje’ is. Nu, als U met ons mee naar binnengaat, kunt U dat verifiëren”. En hij nodigde Top binnen voor een kopje koffie.

Terwijl Mevrouw koffie zette, liet de burgemeester Top het hele huis zien. Toen ze via de laatste trap de bovenste verdieping met het torentje bereikt hadden, opende Burgemeester de deur en Tobias kon zich ervan overtuigen dat de burgervader de waarheid sprak, toen hij zei: “Hier werk ik altijd ‘s middags, als ik geen afspraken heb. Trouwens, voor afspraken laat ik oude mensen uit dit dorp ook vaak hier komen. Helemaal naar Schalkhaar gaan, naar het gemeentehuis is zo’n gedoe voor hen”.

Toen gingen ze koffie drinken. Mevrouw schonk zelf in.

“Ik had gedacht dat U wel een butler zou hebben”, lacht Top wat uitdagend. De burgemeester lachte mee. “Dat zou je van zo’n Engelse heer wel verwachten”, lachte zijn vrouw terug. Juist op dat ogenblik kwam de zoon binnen. Hij lachte ook al. “Sam Crommelin”, zei hij, “dikwijls als huisknecht fungerend, als mijn ouders hoog bezoek hebben”.

Het werd heel gezellig. Een haf uur daarna ging Top verder met zijn wandeling. De burgemeester en zijn vrouw begonnen hun ronde.

 

Door het ‘Kerkpad’ liep Top naar de nog steeds prachtige Dorpskerk, dan rechtsaf de ‘Dorpsstraat’ door tot de ‘Dreiumme’, waar drogisterij ‘Hoetink’ gevestigd was. Hij liep de ‘Draaiomsweg’ door en aan het eind ging hij rechtsaf de ‘Wetermansweg’ langs. Nu nog de spoorwegovergang over en daar rechtsaf naar ‘Weltevree’.

De wandeling en de beide ontmoetingen hadden hem goedgedaan. Een weldadige warme rust lag over hem toen hij het erf opliep. Daar zag hij meteen de ‘mercedes’ van zijn broer Lot staan. Hij wist wat zijn broer kwam doen. Ze bezochten elkaar immers alleen bij familiefeestdagen als verjaardagen! Hij was er gisteren niet geweest met zijn vrouw Irma. Een nog grotere rust kwam over hem. Het zou vast en zeker een geweldige dag worden.

Snel ging hij naar binnen. Hij opende de kamerdeur. Binnen zaten vrolijke mensen. Lot zat er ook opgewekt bij, zag hij in één oogopslag. Irma, zijn vrouw, stond op en viel hem om de hals: “Lot en ik feliciteert oe härtelijk met oew verjöördag. En dit is veur oe!”

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk