32 Lunch

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: donderdag 14 juli 2011

Pat had het pakje brood van de zitting genomen en weer in het kastje gelegd. Ze zag er ook anders uit. Haar lange golvende haren hadden plaats gemaakt voor korte donkere jongensachtige krullen. Zij was ook niet meer zo gebruind, haar lippen waren minder rood.

“Valt oe tegen, hè?” vroeg ze in het plat. “Wöörumme proat iej inens plat?” vroeg Top. “Um reden dat het mien moo’s taal is”, antwoordde ze. “Ik mot in het midden en westen van dit land Nederlands proaten, möör het is mien sproake nieet. Ik komme feitelijk van Espelo of Splo”.

“Ik komme van een boerderieje bie Dèventer, Dèèmter”, zei Top. “Mien is deur de baas verboajen met de klanten plat te proaten, dus kuiere wiej thuus oke gin plat. Mien zönne kan döör nieet an wennen. Hee wil as zien opa kunnen proaten, mie vaa was boer, weet iej”.

Pat strekte haar hand naar de achterbank en zij pakte een pruik met lange blonde haren.

“Dat was mien ‘natuurlijke’ uterlijk”, zei ze. “Wil iej hem hebben? Meschien heb iej hem nog neudig. Ik hebbe dermee oferèkend. Ik kan mien tied bèter gebruken”.

Top knikte ‘Ja’. Hij zou wel gezocht worden. In voetbalkleren, duidelijk met 13 op de rug, kon hij niet blijven rond lopen. Gelukkig lag het slordige hoopje kleding van Flip nog achterin. Eerst maar eens rustig plaats zoeken om zich te verkleden. Hij begon hardop te lachen over de ontstane situatie. Er werd getwijfeld aan zijn identiteit. Was hij Tobias Meester of Leo de Leeuw. Hoewel hij de waarheid wist, wenste hij voorlopig geen van beide te zijn. De pruik en de kleren van Flip, hoewel te klein, konden hem uitstekend van dienst zijn bij zijn voornemen een ander te worden om althans deze dag verder ongrijpbaar te blijven. Met grote snelheid reed hij door de verlaten residentie, passeerde het bord “einde bebouwde kom”  en sloeg linksaf een brede zandweg in. Wolken stof vlogen op. Het was droog en de grijze lucht drukte op het winterse landschap van deze vierde februari.

Bij het bord “verboden voor onbevoegden” reed hij rechtsaf de duinen in. Hij achtte zichzelf bevoegd een rustige verkleedplaats te zoeken. Tussen ruige struiken en lang helmgras stopte hij, zette de motor af.

“Noe eerst lunchen”, zei Pat. En ze haalde uit een grote boodschappentas twee BKB-lunchpakketten te voorschijn.

“Ene veur oe en ene veur mien”, zei ze. “Iej zieet ter sportief oet, zoo!”

Hij reageerde er niet op, want de letters BKB ergerden hem. Liever had hij daar niets meer mee te maken.

BKB-jam, -kaas, -brood, -boter, -ham, alles van de BKB; BKB-bouw, -stoel, -kamer, -bed, alles van de BKB; BKB-baan, -geld, -sanering, -fusie, ontslag, slaafje van de BKB; Betere Kultuur Bond, Betere Klanten Bond, Betere Koopmans Bond, kortom BONTE KONKELFOES BOND!

De belegde broodjes smaakten hem. De ergernis over de letters verdween. Die stonden enkel op de verpakking. En die gooide je weg!

Na de maaltijd vroeg hij Pat wat er eigenlijk precies gebeurd was.

“Vervèling, doodgewone vervèling. Ieder dag natuurlijk doon völt al nieet mee. Ik krege gewoon het geveul da’k onnatuurlijk wiere. Butendat argerden mien de tegennatuurlijke natuur van onze dieren in dat fraaie vervangende pärklandschap. Der viel niks meer veur mien te belèven. Noa oe bin ik ter uutestapt. Ik hebbe een lift ekregen nöör de residentie. Ik konne nog net oew tweede helfte in het stadion metmaken”.

Ze haalde een gebreide omslagdoek uit haar tas en sloeg die om haar schouders.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk