24 Doelpunt
Inmiddels hadden de fotografen en filmers de gebruikelijke plaatjes geschoten van het illustere ‘lijdende’ trio met een lange –ij-, zoals Top dacht, om hen voor eeuwig te kunnen bewaren. De toss werd gewonnen door Zwartrood, dat eerst het doel voor de gestampte pot wenste te verdedigen, gedachtig de uitspraak: de beste aanval is de verdediging. Witgeel had de aftrap. Precies op tijd maakte de zwartwitte bal zijn eerste omwenteling en onder stormachtige aanmoedigingen wierpen de nummers zich op de bal. Diagonaalsgewijs huppelde Flip over de grasmat om het geheel in het gareel te houden.
Witgeel bleek reeds in de eerste minuten een overwicht te hebben, hetgeen op eigen terrein een normale zaak is. Onbewust was Top tot bij de bank voor de reservespelers gelopen, het spel voortdurend volgend, en had op het uiterste puntje daarvan een zitplaats gevonden. Het was de bank van Zwartrood.
De bal ging van nummer Drie Witgeel naar nummer Zeven, even een korte dribbel, dan naar Tien. Listig zette die nummer Twee van Zwartrood op het verkeerde been, Zo kreeg hij vrije doorgang naar het doel.
Keeper Luuk de Lange kwam zijn goal uit, dook van vinger tot teen gestrekt naar de bal en de voeten van Tien; een handig wippertje, de bal kruiste de doelman boven het hoofd, stuiterde precies op de doellijn en vibreerde in het net. Op slag kwamen op de tribunes de BKB-koeldrankblikken en flessen te voorschijn, kurken knalden, deksels sisten, want daar moest op gedronken worden.
Eén tegen nul voor Witgeel. De spelers sprongen op Tien en vermorzelden hem bijna van geluk. De Lange hinkte hoofdhangend terug naar de goal om de bal uit het net te vissen. De rest van Zwartrood liep slap in tegengestelde richting, ontdaan door deze eerste klap, die zo vroeg kwam dat hij een daalder waard was. ‘De eerste pannenkoek is voor de kinderen’, dacht Top, nadat hij eerst opgeveerd was bij dit mooie doelpunt.
Flip wees gedecideerd naar de middenstip.
Plotseling voelde Top zich hardhandig bij de schouder gegrepen en op de bank gekwakt. “Is dat een manier om voor de concurrentie te gaan juichen? Schaam je, De Leeuw!”
Hij keek recht in het gezicht van de oefenmeester van Zwartrood.
“Maar meneer …, ik …”, stamelde hij.
“Vooruit, ga je gauw gereed maken. Zie je niet dat De Lange loopt te hinken? Je zult in moeten vallen. Trouwens, waarom ben je nog niet gekleed?”
“Meneer, ik ben …”.
“Ik weet dat je niet helemaal lekker bent, maar dat is geen reden om je terug te trekken. Vooruit!”
Het werd zo geschreeuwd, dat de dichtstbijzijnde witgele supporters vol leedvermaak zaten te genieten van het eenzijdige twistgesprek.
Top werd ruw door de trainer bij de arm gegrepen en meegesleurd de catacomben in. Hij durfde niets meer te zeggen. Voor de deur ‘GASTEN’ werd gestopt. De trainer smeet de deur open en Top werd naar binnen geduwd. Met een klap sloeg de deur achter hem dicht.
Wezenloos bleef hij staan, het sombere hol in zich opnemend.
In de uiterste hoek zat een man in trainingspak, die ellebogen kniegesteund huilde, de betraande wangen tussen de handen. Toen de man opkeek, begreep Tobias wat er gebeurd was. Zij leken op elkaar, wel niet als twee druppels water, maar de gelijkenis viel niet te ontkennen.