13 10.00 uur: Dieren

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: vrijdag 24 juni 2011

Met een beminnelijk gezicht slankte ze lichtvoetig op hem toe. Ze stak haar hand uit, die hij verrast drukte, want zij was Tine. “Patricia Hartstra”, zei ze.

“Tobias Meester”, antwoordde hij.

Zij zag er precies zo uit, als hij bij het horen van haar heldere stem reeds gezien had, maar dat verwonderde hem niet nu zij het evenbeeld van Tine bleek. Toen vertelde hij, terwijl ze samen over het landschap staarden, wat hij waargenomen had. Fronsend keek ze hem aan. Dat stond haar erg lief. “Hoe laat hebt U het?” vroeg ze toen. “Exact negen uur negenenvijftig”, reageerde hij. “Stap in, dan rijden we naar de BKB-post”.

Top haalde de gevarendriehoek uit zijn wagen, plaatste hem keurig op de wettelijke afstand achter zijn auto, zette de motorkap omhoog om aan te geven dat force majeur hem belette verder te rijden, en stapte naast haar in haar karretje. Naar links trekkend reed ze het wagentje tussen driehoek en slee uit. Tops auto bleef achter. Het was nu precies tien uur.

Achter in de terreinwagen zat de beer rustig mee te hobbelen over de ongelijke en golvende zandweg, die Pat, zo mocht Top haar noemen, rechtsaf ingeslagen was, na eerst nog een eind van de vluchtstrook te hebben afgelegd. Met flair en vaste hand stuurde zij toch vrouwelijk behendig haar mobiel door het geaccidenteerde terrein, Top alle gelegenheid biedend dit gedeelte van het reservaat rustig te observeren. Hier en daar stonden kleine groepjes giraffen bij ijle winters ontloofde bomen, nieuwsgierig hun slanke halzen draaiend, hem te bekijken. Zebra’s liepen met gebogen hoofd, rustig kauwend, bruin verdord gras te verwerken. Een olifant stond een veertig meter voor hen slurf rollend midden op het pad waartoe de weg zich versmald had. In de takken boven en naast hem huisden de meest vreemde soorten vogels. Jonge gazellen, antilopen, een enkele mensaap, een luipaard en zelfs een koningstijger keken dromerig naar hem. De zebra’s hieven zelfs hun hoofden als de zebrawagen passeerde.

Toen ze de olifant dicht genaderd waren, was een “Eli, ga even aan de kant” van Pat voldoende hem gemoedelijk te laten wijken. Het was allemaal heel gewoon. Alles ademde vrede. Een evenwichtig tafereel dat meer verdiende dan de donkere lucht en de grijze achtergrond.

Voor het houten bij de omgeving volmaakt passende hoofdgebouw, geheel van ontschorste stammen en takken opgetrokken, keek een kleine aap hen gehurkt tegemoet, terwijl zij de laatste meters namen. Top herkende hem onmiddellijk als de chimpansee die hij, kijkend door zijn veldkijker, onder de jeneverbes getroffen had.

Toen de wagen tot stilstand kwam, huppelde het dier erop af en het keek vragend naar Pat. Ze nam hem op in de wagen en stelde hem aan Top voor: “Dit is Chim, dat is meneer Meester”.

“Tobias Meester”, antwoordde Top, “Top voor vrienden”.

Chim gaf hem een hand.

“Hij is de intelligentste die we hebben”, zei Pat, toen ze bijna gelijktijdig, als was het ingestudeerd, respectievelijk linker- en rechterbeen over de zijkant van het wagentje gooiden. De beer sprong er achter uit en liep, slepend met de ketting, uit beeld. Top bleef na het uitstijgen even staan, naar links opzij kijkend, om Pat de gelegenheid te geven voor de wagen langs met Chim in haar armen tot bij hem te komen. Samen liepen zij daarna naar de trap die de opgang naar een warande vormde.

Links naast de verhoging lag een panter in een kooi, terwijl rechts prachtige zilversparren de begrenzing vormden.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk