Pionnen onder de Preekstoel 26

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: woensdag 09 maart 2011

... ... “Halt”, zei Bea, stram in de houding, haar linker hand omhoog. “Afstappen”, vulde Carla aan. Mark stapte af. De dames bleven links en rechts stevig in de grond staan en fixeerden hem.  “Letten jullie nu allemaal goed op! Wat zij doen, is bijzonder goed. Fixeren is een vorm van intimidatie”, zei Bob tegen de toeschouwers. En tegen Mark: “Hoe voel jij je eronder? Eerlijk zeggen”. – “Ik weet dat ik met speelgenoten te doen heb, maar toch voel ik me niet helemaal happy”, antwoordde Mark. “Als ik nu werkelijk op de weg zou staan tegenover een paar agenten, zou ik me hoogst ongelukkig voelen, te meer als ik zou weten waarvoor ze me aanhielden”. – “Hoe zou je dan reageren?” vroeg Bob. Mark: “Ik zou doen alsof ik van de prins geen kwaad wist. Ik wil trouwens wel even opmerken, nu ik zo tegenover de dames sta, dat een aanhouding door heren voor mij beter verteerbaar zou zijn dan een aanhouding door vrouwen. Ik kom er eerlijk voor uit”.

Bea gaf een teken tot verder spelen. – “Wat is er aan de hand, dames?”

Bea richtte zich tot Carla: “Meneer vraagt wat er aan de hand is”. – Carla tot Bea: “Zou Meneer dat zelf niet weten?” ---- “Heel goed!” riep Bob. “Zij laten het slachtoffer even aan zijn lot over en laten in een onderonsje hem toch duidelijk weten dat ze hem doorhebben in zijn vermoorde onschuld. Zo wordt hij rijp gemaakt voor algehele overgave aan de beide dames. … Hoe voelt dat, Mark?” --- “Rot”, antwoordde deze, “maar bij mij groeit ook verzet, want ik neem het niet dat ze me doorhebben, ik moet volharden in mijn houding van ‘ik weet van niks’”.

“Ga maar weer door”, zei Bob.

“Dames, ik weet echt niet, waarom U me aangehouden heeft”. --- --- De dames keken elkaar aan met een blik van ‘Zou je die vent maar niet meteen in de kraag grijpen en naar het bureau brengen?’. Maar ze glimlachten tegen elkaar, keken toen als op commando tegelijk weer naar Mark. Verder stonden ze nog steeds stil, geplant op dezelfde plaats van het begin van de scène.

“Prima”. – Bob onderbrak hen weer. – “Dat op gevoel of desnoods na een teken gelijktijdig een bepaalde handeling verrichten, maakt de delinquent onzekerder en onzekerder … . Of heb ik dat mis, Mark?”

“Nee, je hebt gelijk. Bovendien realiseer ik me nu, dat als je op een afstand van een dergelijk straattafereeltje toekijkt, je volledig de indruk krijgt dat er een ingestudeerde scène gespeeld wordt, ernstig en daardoor zeer komisch. Dat dwingt mij nu, in deze situatie, het op die boeg te gooien”.

Hij keek nu met zijn meest charmante lach: “Dames, ik weet werkelijk niet wat er aan de hand is”. -- -- “Dan zullen wij Meneer maar uit de droom helpen, collega”, zei Carla, haar hand naar haar boezem brengend en een denkbeeldig notitieboek met pen tevoorschijn halend, welke handeling heel bedachtzaam verricht werd. -- -- -- Bob zag dat de toeschouwende “agenten” genoten; ze zagen zichzelf deze handeling al verrichten, vol zelfvertrouwen en toch in alle eenvoud.

“Meneer loopt zonder uit te kijken de weg op, geeft richting aan naar links, maar rijdt rechtdoor en blijft midden op de weg rijden”.

Hier onderbrak De Vree Carla: “Denk erom dat je in werkelijkheid dit ironische toontje vol leedvermaak niet overdrijft. Het toepassen van de derde persoon wekt bovendien bij de geverbaliseerde de indruk dat hij in de maling genomen wordt. Dat gevoel mag hij niet krijgen. Ook voor ons blijft het een ernstige zaak, al kennen wij het lachwekkende. De persoon die je aangehouden hebt, moet de kans krijgen zò tot zichzelf te komen, dat hij mogelijkheden blijft zoeken zich aan een bekeuring te onttrekken.

“Hoe zou jij dat doen, Mark?” … …

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk