Pionnen onder de Preekstoel 15

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: dinsdag 01 maart 2011

Moe, slecht gehumeurd, nat van het zweet en dorstig, bereikte ze eindelijk Bobs huis. Ze smeet haar fiets tegen de wilde kamperfoelie, merkte de schitterende bloei van de plant niet op, belde kort en nijdig.

Lang duurde het voor de deur openging. Ze belde nog een keer Toen roffelden snelle stappen de trap af.

De deur ging open en Bob stond voor haar, gehuld in een kamerjas. Zijn blote kuiten en voeten staken er potsierlijk onderuit, zijn bruine krullerige haar was een wardos.

“Hallo schat, kom derin”. Hij gaf haar een zoen op haar natte voorhoofd. “Warm vandaag. Even douchen nog, dan kom ik beneden”.

Zonder iets te zeggen liep ze door, toen Bob terug rende naar boven, liet zich zuchtend in een van zijn clubs vallen. De grote kamer was koel en voelde als de streling van een zachte frisse wind. Door het achterraam zag ze de daghitte blikkeren in de golving van de vaart. De lucht was oneindig blauw tot waar zij aan de einder verwaasde. Verspreide bomen wiegden licht hun groene bladervracht heen en weer, op en neer, de ruggen gekromd naar het westen.

Ondanks haar onaangename ervaring van vanmorgen voelde Ada zich langzamerhand ontspannen en opgewekt. Haar wachtte immers een heerlijk weekend: zonnig, vrij, losjes. Het opgelopen proces-verbaal liet haar verder koud. Ze stond op en ging naar de moderne open keuken en even later zweefde de geur van vers gezette koffie door het huis.

Toen Bob zo’n tien minuten later binnenkwam, nog bruiner lijkend in zijn lichtblauwe shirt en dito korte broek, had zij op het kleine tafeltje voor de tuindeuren de kopjes gloeiend hete koffie klaar staan. Bob snoof de geur.

“Heerlijk, hmmmm,” zei hij, “je blijft toch overal de niet te overtreffen gastvrouw”. Ze lachte maar wat.

“Na al die jaren kon het wel beter”, kleineerde ze zichzelf.”

“Nee, je bent te bescheiden, meid; je bent een godin in het diepst van mijn gedachten en niet alleen in de mijne. Herinner jij je nog die Afrikaanse generaal met zijn onuitsprekelijke naam?”

Ze bloosde. Hij had haar een huwelijksaanzoek gedaan om, zoals hij zei, “de blanke godin mijn volk aan te bieden”. Zij was er niet op in gegaan; fel en begerig, ook kwaad, hadden zijn ogen geflikkerd in zijn zwarte mooie kop, omdat zij zo’n partij afsloeg. Zijn presidentiële hoofd was korte tijd daarna in een revolutie gerold. De foto in de kranten, na zijn overlijden afgedrukt, had hem getoond in een galakostuum van Gala De Vree.

“Lekker koel hier”, zei ze, om het gesprek een wending te geven.

“Ja, dat komt door het rieten dak. Wat heb ik gekankerd dat er riet op moest in plaats van pannen, maar achteraf ben ik blij”, antwoordde Bob. “De burgemeester van Deventer wil in Kikkerdiep een plattelandschappelijke sfeer behouden. Bovendien werkt hier nog zo’n echte rietdekker, zodat dat ambacht voor de streek behouden blijft. Ben je trouwens weer een beetje tot jezelf gekomen? Je kwam hier zo gloeiend warm en wild binnen!”

“’t Is al weer over”, lachte ze.

“Wat is al weer over? Neen, niet zeggen; laat mij zelf eens nagaan wat er met jou was”.

“Je raadt het nooit!” riep ze.

“Ik heb het niet over raden; ik wil het nagaan om het exact vast te stellen”.

Quasi ernstig keek hij haar nu aan. Toen schaterde zij het uit. “Haa, haa, haaa …, Je wilt toch niet beweren dat je paranormaal begaafd bent?”

Zijn gladde bruine jongensgezicht schudde van ‘nee’. “Magie”, fluisterde hij, geheimzinnig om zich heen loerend of er stiekeme hoorders waren, “tovenarij, de kunst om door spreuken, bezweringen, formules, gebaren bovenmenselijke krachttoeren te verrichten”.

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk