Pionnen onder de Preekstoel 91
… Na “En het bleef vrede. Zo bestond Schaakmanië nog lang en … gelukkig!” moesten de toehoorders eerst even tot zichzelf komen, voor zij in stormachtige toejuichingen losbarstten. Hoewel Gerda de hulde dankbaar in ontvangst nam, vergat zij niet Pi en Mark erin te betrekken, door een zevental van de haar aangereikte bos roze anjers op het bruidspaar te laten neerdwarrelen.
Terwijl Gerda de kansel afdaalde, droegen vier als koks verklede medewerksters van “PION” een enorme bruidstaart binnen, voorstellende een schaakbord. In het midden stonden een witte Dame en een witte Koning als bruid en bruidegom; daar omheen stonden in een cirkel alle witte en zwarte stukken gemengd met de zwarte Dame en de zwarte Koning ook als bruidspaar verkleed daartussen.
Voor de preekstoel werd het pronkstuk op een tafel gezet. De bruid kreeg het heft in handen. Onder luid applaus wilde zij het mes erin zetten, maar een hand hield haar arm tegen. Het was Moederoverste die haar verhinderde de taart aan te snijden.
“Stop, lieve kind”, zei zij. “Ik houd van een beetje symboliek en decorum”.
Bedrijvig begon zij het een en ander te rangschikken, zoals zij dat wilde. Ada en Bob nam ze bij de hand, zette hen naast het bruidspaar. Ze zocht Jos en Bert, Leen en Susan, plaatste hen aan de andere kant van bruid en bruidegom. Zij trok de tegenstribbelende schout-bij-nacht en de generaal, die niet te scheiden waren van nicht en “dekselse meid”, met hun dames in de cirkel rondom de taart. Toen ging ze tevreden knikkend zitten. Maar lachend stapte Pi op haar af. “Kom, U hoort er ook bij”.
Zij gaf Moederoverste het heft in handen. Met twinkelende ogen sneed deze een stuk uit de Koning, offreerde het Pi; daarna sneed zij de Dame aan, gaf Mark zijn deel. Vervolgens kwamen de andere paren aan de beurt. Onder deze ceremonie werden uit de keuken bladen met gebak aangedragen, elk gebakje stelde een pion voor. Alle gasten werden voorzien. Iedereen genoot. De bruiloft was in volle gang. En niemand werd dronken, en niemand was in uniform en niemand stond dus op zijn strepen. Enkel Moederoverste droeg haar uniform. En zo was het goed.
Terwijl ieder zich kostelijk amuseerde, beklom Bob de preekstoel, vroeg om stilte en sprak: “Dames en Heren, voor wij tot de werkelijke bezegeling van dit huwelijk komen, wil ik U graag de tien gouden regels van dit huis voorlezen. Straks zullen die trouwens aan U allemaal uitgereikt worden. In deze artikelen is ook het doel van dit centrum vervat:
1. Leg bij binnenkomst van dit huis Uw uniform af en wees pion.
2. Stel U aan een ander voor met Uw voornaam
3. Speel het pionnenspel volgens de regels
4. Trek het schoeisel aan dat U past
5. Vergeet niet elkaar de schoenen dicht te binden
6. Neem Uw aanloop voorzichtig naar Uw eigen baan
7. Kies met Uw ogen de juiste richting voor Uw worp
8. Kijk de geworpen bal na en let op het effect van Uw worp
9. Tel de gescoorde punten na de eerste worp en de worpen erna.
10.Wees nooit teleurgesteld. De tweede worp kan raak zijn; bovendien komen er nog vele beurten”. …
