Pionnen onder de Preekstoel 64

> Categorie: Pionnen onder de Preekstoel Gepubliceerd: maandag 18 april 2011

… Zij schoof de grendels van de deur, de sleutel draaide knarsend in het slot. Door het gat in de muur konden de dames in de “Barmhartige Steeg” stappen. Zij keerden zich om naar de nonnen in de koele, lichte tuin, knikten die eerbiedig ‘goedendag’. De nonnen knikten terug. Toen stapten ze door de opening de vrijheid in. Moederoverste sloot zorgvuldig de poort, wandelde terug naar de gang. De nonnen gingen zitten. Met een glimlach op de lippen liep de abdis terug naar haar kantoor, waar de politiemannen wachtten.  

 

“Ga even zitten mannen”, zei ze, toen ze binnentrad. En toen ze zaten, zij achter haar bureau: “De waarheid aan je meerdere opbiechten, kan een valse getuigenis zijn ten opzichte van wie je lief hebt”. Ze knikten, want zij zaten met dat dilemma.  

“De waarheid verborgen houden, totdat deze door de overtreder zelf geopenbaard wordt, waarbij hij of zij zich bekend maakt, is een getuigenis van vertrouwen. Vertrouwen jullie de dames?” Ze knikten weer, nu met meer klaarheid.  

“Dan mogen jullie het hun overlaten. Ik ben trouwens de enige schuldige aan hun ontsnapping”. Haar ogen glinsterden “Jullie hebben een geheim, een zielsgeheim, bewaar het. Ik zal jullie even uitlaten”.  

 

Ze stond op, ging voor, de kamer uit. In de hal stak zij beiden een hand toe. De mannen bedankten haar. Enkele seconden later stonden ze in de volle zomerhitte op het trottoir. Een verslaggever van de plaatselijke krant maakte zich los uit de toeschouwers. Ze verwezen hem naar het hoofdbureau van politie. Op zijn vraag waar de gevluchten gebleven waren, wezen ze op de kloosterdeur. “Via dit gebouw ontsnapt”, zei Leen. Het was de volle waarheid. Dwars de straat over beenden zij naar hun wagen. Door het raam van haar kamer keek Moederoverste hen na tot ze uit het zicht verdwenen waren.  

In de avondeditie van het plaatselijke dagblad stond die dag een bericht onder de kop: “Achtervolgde pseudoagenten ontsnapt”. Op radio en televisie kwam een oproep: “Opsporing, aanhouding en voorgeleiding verzocht van … … “.  

 

… De officier van justitie van het arrondissement van de residentie smeet aan het ontbijt woedend het ochtendblad van zich af. De voortdurende berichtgeving over de neppolitie ergerde hem meer en meer. Nog geen greintje klaarheid was er in de receptieaffaire gekomen; uit alle delen van het land kwamen tientallen meldingen van politieautoriteiten over aanhoudingen en bekeuringen, gemaakt door politievrouwen, die het ambt onbevoegd uitoefenden, maar het meest ergerlijke was dat er twee bijna gepakt waren, met de nadruk op bijna. Nergens was er enig houvast. Daar kwam nog bij, dat door de vrij onschuldige gevolgen de hele zaak meer op een studentengrap leek dan op een ernstige verzetsactie tegen overheid of maatschappij, al was het innen van boetegelden een ernstig misdrijf. De zaak werd een obsessie voor hem.  

 

Nijdig vouwde hij de krant dicht, stopte die in zijn aktetas, sloeg de broodkruimels van zijn spierwitte overhemd, pakte jasje en tas, holde woest naar de garage, scheurde even later de straat uit. Eigenlijk hoopte hij door de namaakagenten tot stoppen gedwongen te worden, zoals dat Mr. Cloeck overkomen was. Bij hem, Clerckx, zouden ze de kans niet krijgen er met zijn auto vandoor te gaan; hij was een gewaarschuwd mens! … .

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk