IX Opgepakt ... oktober 1944

> Categorie: Een Deventer jongen in oorlogstijd Gepubliceerd: zaterdag 17 oktober 2009

Op vrijdag 29 september 1944 was Gerrit zeventien jaar geworden. Die dag was iets feestelijker geweest dan die van zijn vier verjaardagen daarvoor, want er was eindelijk enig uitzicht op het eind van de oorlog. Eigenlijk, vond Gerrit, was het meer feestelijke al begonnen met het gewelddadige uittrekken van de Italiaanse laars van de mof. Toen kwam D-day, (1)op dinsdag de zesde juni. Daarna had het wel even geduurd, maar nu stonden de Canadezen, Amerikanen en Engelsen al midden in Nederland en had hij op zondag, de zeventiende september(2), staande aan de IJs­sel, de 'gliders' die getrokken werden door sterke vliegtuigen, heel in de verte tegen de wind in zien slepen, om te kunnen landen bij Arnhem, zoals hij later begrepen had. Toen ging het helaas voor zijn ver­jaardag nog erg mis. De moffen waren er toch nog op tijd bij en de luchtlandingen leverden niet het goeie effekt op. De Engelsen werden terug geslagen. Dus wat meer feestelijk zijn verjaardag, maar toch nog niet echt feestelijk.

 

Nu was het net oktober. Gerrit zat boven voor het slaapka­merraam naar buiten te loeren. Er was een razzia aan de gang om mannen voor de Todt te pakken, die voor de moffen vlug wat provi­sorische verdedigingswerken bouwen moesten. Gerrit wist wat de Todt was. Voluit heette het de Organi­sation Todt, en het was een organisatie, die al jaren in Moffrika bestond om wegen aan te leggen, en bruggen en verdedigingswerken te bouwen. Kortweg werd dat de O.T. of de Todt genoemd. Hiervandaan kon Gerrit de hele buurt goed overzien om de mensen tijdig te kunnen waar­schuwen.

  Hij hoefde momenteel niet naar school, want hij was er voor een periode van veertien dagen 'afgetrapt'. Dat kwam zo: bij de tekenles was de hele vijfde klas in een herfstige bui, dat wil zeggen lawaaierig en pesterig tegen Alex, die dat op een bepaald moment niet meer verdragen kon. "Ga jij maar op de gang staan", zei Dorgelo tegen Gerrit, die zich helemaal on­schuldig voelde. Maar toch, Gerrit ging naar de gang, want als Alex je er uit stuurde,  hoefde je niet naar de directeur te gaan, want dan zei hij dat er apart bij. Daar stond Gerrit dus. Hij verveel­de zich wat en gaf de deur naar het tekenlokaal, die op een kier stond, een zetje om in de klas te kunnen kijken. Toen maakte hij wat grimassen om zijn vrienden te vermaken. Dat had Alex in de gaten en hij deed de deur dicht. Gerrit gooide hem weer open, niet wetend dat Alex er achter stond. Die kreeg de deur tegen zijn achterhoofd. Woest werd hij. "Ga nou maar naar de directeur!" schreeuwde hij hees. En Gerrit ging, hoorde nog wel de hilariteit achter zich. Van der Werff, toch al in een oorlogs­verliezershumeur, zei, na hem aangehoord te hebben: "Veer­tien dagen thuis blijven!" Vader wist niet hoe hij het met Gerrit had, voelde hij. "Die directeur kan de pot op", zei Vader dus, "maar jij gaat excuus vragen aan de heer Dorgelo." Daar was het voorlopig bij gebleven, want toen begonnen de razzia's voor de Todt. Gerrit had al wel gehoord, dat veel van de jongens uit zijn klas niet eens meer naar school durfden. De straten waren trouwens langzamerhand over­dag leeg en de moffen, groe­nen en landwachters kwamen gelukkig nog niet in de huizen. Tot een uur of zes bleef hij boven zitten. Toen was het goed donker. Hij ging naar beneden. Moeder, Vader, Nolle, Henk, Jennie en Käreltjen zaten al aan tafel. Jan woonde sinds september in Utrecht, waar hij op de Spoorwegschool was gekomen en Cor zat nog in het Zwarte Woud. Ze aten brood met roomboter, geruild tegen wol, en wat aardappelen, van boer Noordkamp uit Hengforden.Onder het eten zei Vader: "Je kunt het zo wel even wagen naar mijnheer Dorgelo te gaan." "Dat had ik ook al gedacht", zei Gerrit.
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk