In het midden van ... Zomervakantie 1940

> Categorie: Een Deventer jongen in oorlogstijd Gepubliceerd: dinsdag 13 oktober 2009
  In het midden van de vakantie was de spoorbrug klaar. Met twee stoomlocomotieven met de koppen aan elkaar reden ze voorzich­tig op en neer naar de Worp.Daarna kwam de eerste trein met oorlogsspul de brug overkruipen. Kruipen, ja, anders was het niet. Gerrit hoopte dat hij midden op het houten stuk dwars door de brug heen zou zakken, maar jammer genoeg gebeurde dat niet. Hij vond het eigenlijk niet eens gek dat hij het gewoon vond dat hij hoopte dat er bij de moffen allerlei ongeluk­ken gebeur­den. In wat voor een tijd leefde hij eigenlijk! De ene dag was nog spannender dan de andere. Nu stond hij weer met zo'n vijftig andere kinderen te kijken naar de eerste soldatentrein die over de brug reed. Langzaam kroop hij voorbij. Over de dijk van het Noorderplein naar de brug. De moffen hingen uit de raampjes en zwaaiden naar hen. Ineens werd er vanuit de trein met geld gegooid. Ze begonnen allemaal over de straat te rollen en het geld bij elkaar te rapen. Eerst bleef Gerrit nog staan, want zijn vader zou het vast niet goed vinden dat hij daaraan meedeed. Maar ja, het ijs van Talamini was echt Italiaans en vreselijk lekker, en een ijsje kreeg hij niet alle dagen; bovendien, als hij de centen niet greep, deed een ander dat. Voor hij het wist, lag hij tussen de grabbelende troep. Hij was makkelijk op tijd, want de trein bleef voor de brug wachten. De moffen bleven maar gooien. Niet alle­en geld vloog over de straat, ook pakken en zakken met koekjes en toffees en zelfs Deventer Koeken. De moffen waren in Deventer zeker de stad in geweest. Toen de trein voorbij was, telde Gerrit zijn zinken moffengeld ..., over de honderd pfennig in munten van tien, vijf en gewone 'centen'. Nu proberen daar ijsjes voor te kopen. Dat lukte uitstekend. Talamini nam het geld grif aan. Met ijsjes van tien en vijf waren de 'centen' gauw op, vooral als je broertjes Nolle en Henkie ook moest laten delen, als ze "niets tegen Vader zeggen" wilden onthouden. Dat lukte. Zo werd het alle dagen feest. Wat een tijd voor hem. En hij was zo gek op ijs. Bij de volgende treinen met soldaten stond hij vooraan naar de moffen te schreeuwen: "Pfennig ...! Pfennig ...! Pfennig ...!" En altijd weer regende het geld. Dat ging dagen achtereen zo door. Hij had nog nooit zoveel Italiaans ijs gegeten. En hij kreeg steeds meer het gevoel dat hij goed deed aan dat ge­schreeuw. Zo pakte hij de moffen af, wat eigenlijk van hem was. Hij voelde zich trots dat hij daar op gekomen was. Maar op een dag was het afgelopen. Alles was weer zo gewoon bij de brug, dat daar niets meer te beleven viel. Hij vond dat niet zo erg, want het was bijna 3 september: de vakantie was om, een nieuw school­leven ging beginnen.Zenuwachtig stapte hij de eerste dag naar de HBS. Na een uurtje was hij alweer thuis: ze hadden alleen de roosters bekend gemaakt; daarna kon hij zijn boeken ophalen. Pas de volgende morgen begon het goed en zo gewoon, dat het leek alsof er helemaal geen grote oorlog aan de gang was. Het was gewoon leren geblazen en daar vond hij niet veel avontuurlijks aan.
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk