Ansloan
"Mooi verhaal", zeg ik, "maar heb je ontdekt dat er in jouw vertelling een nog veel geheimzinniger gebeurtenis schuil gaat?" En ik loop tegelijk naar het bord. Ik schrijf naast elkaar: slaan - slagen. Marianne heeft me meteen door. "Oh ja, de hond slög an en de hond slöt an. Kijk, mijn broer Herman slaagt voor zijn tentamen, met een -t achter de -g-; de hond slaat aan met een -t achter de -aa-, want in slaan zit geen -g-." Ik vraag Marianne dit nu eens toe te passen op 'ansloan' en 'slaagn'. Ze komt naar het bord. Ze schrijft 'hee slöt an' en 'hee slaagt'. "Dat lijkt niet veel op elkaar in het dialect", moet ze constateren, "maar toch kun je zien dat 'hee slög an' fout is", zegt ze. Dan grijp ik in met een lesje. Ik vertel dat slaan van oorsprong een Oudsaksisch woord is, dat geschreven werd als 'slahan', hoogstwaarschijnlijk uitgesproken als 'slagan'. Daarin wordt de -g- duidelijk gehoord. Pas honderden jaren na het gebruik van 'slahan' is in de vroege middeleeuwen 'slaen' ontstaan en daarna uit het voltooide deelwoord 'geslagen' het werkwoord slagen dat 'gelukken' betekent. De -g- is blijkbaar eerst verdwenen en daarna weergekeerd, tengevolge van een betekenisverandering. "Zo levend is nu taal", zeg ik.
Marianne zegt dat ze dit allemaal moeilijk volgen kan. "Ik geef toe, dat ik het zelf nauwelijks kan volgen", zeg ik. "Maar ik begrijp wel dat 'hee slög' van 'slahan' komt en 'hee slöt' van 'sloan'". Ik zeg dat ik eerlijk bekennen moet dat ik ook niet weet hoe de vormen 'slög' en 'slöt' naast elkaar zijn blijven voortbestaan. "Maar ik ben ervan overtuigd dat je niet zeggen kunt dat een van de beide vormen fout is".
"Dit is toch allemaal ook volkomen onbelangrijk", zegt Willemien. "Of een hond noe anslög of anslöt. As e ut möör dut! (Als hij het maar doet.) As het noe is een vremden was ewest dee fout wol, en hee sloeg neet an, dan had Marianne noe wel dood wèzen kunnen!" Die opmerking slaat nog eens aan. Allemaal kijken ze naar Marianne, die met een vuurrode kleur daar zit. Ik voel me niet lekker. "Za'k oe is wat vertellen, ik bin helemoale an-eslagen", zeg ik. Mijn stem klinkt hees. "Ik heb het gevoel dat de leerstof hier vanmiddag belangrijker was dan de leerling; sorry". Dan kijkt iedereen naar mij. Ik krijg een heerlijk gevoel, aangeslagen als ik ben. Dan gaat de bel.