252 Ombollen

> Categorie: Literatuur Gepubliceerd: donderdag 11 september 2014

Aan Moeder

---

“Jongen, ga eens even zitten”,

zei mijn moeder tegen mij.

“Dan mag jij me even helpen;

Ik pak nog een stoel erbij”.

------------

Ze zette zich mij tegenover.

’t Leek als zat ik in de trein.

“Tjoeke, tjoeke”, deed ik lachend,

want ik vond het reuze fijn!

------------

Een knot wol kwam er tevoorschijn.

“Dat moet straks een kluwen zijn”,

zei mijn moeder. “Jij mag helpen”.

En dat vond ik reuze fijn!

            ------------

“Steek je armen maar naar voren,

want dat moeten haken zijn

waar ik de knot zo op ga hangen”.

Ook dat vond ik reuze fijn!

            ------------

“Nu ga ik de knot ombollen;

‘k Pak nu ’t begin der lijn”.

Toen ging ze heel vlug aan ’t draaien

tot ’t een mooie bol zou zijn.

            ------------

En toen Moeder eind’lijk klaar was

en de draad was opgerold,

zei ze in haar eigen woorden:

“Dat is mooi weer ummebold”.

            ------------

En zo heb ik van mijn moeder

heel veel dialect geleerd.

Zij was heel erg taalgevoelig:

voor haar kind’ren niet verkeerd.

            ------------

Als ik nu met mensen omga

en ik hoor mijn dialect,

kan ik daad’lijk om gaan bollen.

En dat doe ik dan direct

            ------------

Mijn moeder is al lang gestorven:

Ombollen heeft zij mij geleerd.

Flexibel ben ik dus geworden.

Haar dus op deze plaats geëerd

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk