135 Sallandroute
Het weer bleef zacht en nat. De temperatuur kwam overdag nauwelijks beneden de acht graden. Een thermometer op het erf is maar wat gemakkelijk. Het ‘sloffe’ weer hield in december aan. Geen witte Kerst dus, wat overigens de gezelligheid niet kon drukken.
Eddy, René en Hans hadden buiten de dagelijkse bezigheden op de bedrijven niet veel omhanden. Ze zaten veelvuldig binnen te lezen of wat spelletjes te doen en … koffie te drinken. Top merkte dat zij zich af en toe zaten te vervelen. Tijd voor excursies dus! Maar wat te doen in ‘Louwmaand’. Hij zou natuurlijk een auto-excursie met ze kunnen maken. Hij stond op, liep naar de boekenkast en ging naar de afdeling ANWB. Van die club was hij al lid sinds negentien vijfenvijftig, toen hij voor zijn ‘baas’ de weg op moest met de auto. De ANWB bood veel. Zo had hij sinds vijfenzestig de autoroutes gekocht, hij had een campingcard, was lid geworden van de WW, wegenwacht. De ANWB bood zoveel, dat een mens een aparte afdeling in zijn boekenkast moest vrijhouden om het ordelijk bij te houden. Top keek onder de afdeling ‘routes’ en pakte de Sallandroute. Hij hoefde niet eens te kijken waar die hem langs leidde: Met Tine, Jos en Ineke had hij hem vaak gereden. In ieder seizoen was er immers in de prachtige Sallandse natuur wat anders te beleven.
Hij keek naar de drie mannen. Die zaten te genieten van afleveringen van de ‘Donald Duck’. Zou hij hen storen? Ze waren nu lekker bezig. Hoewel, het was pas elf uur en een mager zonnetje verscheen aan de hemel.
“Zin in een ritje met de auto?” vroeg hij. De mannen keken verrast op. “Jaaa!” “Graaag!” “Joeeepiee!” De laatste uitroep kwam van Hans. En daar achteraan: “Waar gaan we heen?”
Oma en Tine luisterden geïnteresseerd mee. “We gaan de Sallandroute rijden. Hebben jullie dat wel eens gedaan?” Heftig ‘Nee’-geschud. “Dat komt dan mooi uit”.
Even later zaten ze in de auto. De jassen lagen in de kofferbak. Top zette de dagteller op – 0 – en startte de motor. Die sloeg dadelijk aan.
“Goed op de borden letten”, zei hij. En op de kruising van Boxberergerweg en Wechelerweg zagen ze het eerste bord met ‘SALLAND ROUTE’. De tocht ging over Wechelerweg, Raalterweg, linksaf naar Schalkhaar, door Schalkhaar over de Oerdijk naar het Overijssels Kanaal, daar het rustieke bruggetje over richting Lettele, daar rechtdoor de kerk voorbij, richting Okkenbroek, richting Espelo, richting Holten. Voor Holten reden ze linksaf de Holterberg op. De mannen begonnen op de bergweg spontaan te zingen: “Berregie op … en berregie af …”.
Met nog geen veertig kilometer per uur reed Top de Sallandse Heuvelrug over. De mannen genoten. Ze zaten stil te kijken naar de groene naaldbomen en naar de uitgestrekte heide. Ze waren ademloos, toen vlak voor de auto drie reeën de weg overstaken. Zoiets hadden zij nog nooit gezien. Top begreep eens te meer waarom hij dit ‘werk’ moest blijven doen. Hij voelde dat dit tafereeltje de mannen gelukkiger maakte!
Hij begon spontaan te zingen: “Ik heb mijn wagen volgeladen, vol met oude heren. Toen zij op de berreg kwamen, konden zij wat leren. Nu neem ik al mijn levensdagen steeds oude heren in mijn wagen. Hop, auto hop! Hop, auto hop!” De oude heren moesten er vreselijk om lachen. Ze herhaalden het liedje meteen en Top zong mee. En al zingend bereikten ze het restaurant aan het eind van de weg bij Nijverdal.
Top reed de parkeerplaats op. Ze stapten uit. Het was niet druk in het restaurant en ze zaten dus al gauw met een dampende kop koffieverkeerd voor zich en daarbij een heerlijke grote slagroompunt. De heren glunderden en Hans streek Top over zijn welige haardos en zei: “Het is een fijne dag!”