123 Theun de Vries

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: donderdag 13 oktober 2011

In Grouw had Top zijn vriend, Klaas Prins, opgebeld, dat ze tegen twaalf uur op woensdag de zesde zouden aankomen in het jachthaventje van Suawoude.

Toen ze aanlegden, stond Klaas al op de aanlegsteiger te wachten. De begroeting was heel hartelijk. Ze hadden elkaar in geen twintig jaar gezien. Over het smalle weggetje naar het centrum liepen ze naar de Kerkbuurt. Daar woonde Klaas. Zijn vrouw had de koffie klaar. Toen ze binnenkwamen, kon je dat goed ruiken. Het was echte Friese koffie. Aaltje was al gauw met Tine aan de praat en Klaas met Jos en Top. Na de koffie wandelden ze door het rustieke dorpje. Klaas dacht dat er ongeveer zeshonderd mensen woonden. Veel inwoners waren echte Friezen, maar ook ‘buitenlanders’ hadden er zich gevestigd. Dat waren meest kunstenaars of atelierhouders. Ook enkele vroeg gepensioneerden hadden er zich gehuisvest.

De meeste inwoners waren hervormd of gereformeerd. Het dorpje had een druk verenigingsleven.

Ze bezichtigden de prachtige Sint-Georgiuskerk, zo heette volgens Klaas deze kerk, wat Top kon verifiëren boven de ingang. Top vond de kerk van binnen ook prachtig. Klaas wees hem op een gedeelte dat nog uit de twaalfde eeuw moest zijn. De begraafplaats naast de kerk was prima onderhouden. Ook de oudste graven zagen er, op een enkel na, goed uit.

Na de wandeling vroeg Klaas of ze zin hadden een ritje door de omgeving te maken. Dat sloegen ze niet af. Klaas had een prachtige ‘Volvo’. Daarmee reed hij hen langs de Wijde Ee naar Bergum. Daar ging het linksaf naar Veenwouden. Daar zou Top wel graag willen rondslenteren. Het was immers de geboorteplaats in ‘De Wouden’ van zijn lievelingsschrijver Theun de Vries. Die moest inmiddels ook wel midden vijftig zijn. Hij was in 1907 geboren. Dan was hij nu al zeuvenenvijftig. Hij was een echte strijder voor vrijheid. Top dacht aan zijn boeken ‘WA-man’, ‘De Vrijheid gaat in ’t rood gekleed’. Prachtig vond hij ook ‘Rembrandt’ en ‘Anna Casparii’.

Je kon in zijn boeken haast merken dat hij enig kind was. Als puber bezocht hij het gymnasium in Apeldoorn. Daar waren zijn ouders met hem heen verhuisd. Zijn vader was daar melkboer geweest. Kees Schilperoort had hem goed gekend, vertelde hij eens. Dat Theun doopsgezind opgevoed was, kon Top in zijn boeken niet ontdekken. Hoewel, hij verfoeide militarisme en wapengekletter. De Vries maakte het gymnasium niet af. Bij een lezing over ‘Oorlog en Vrede’ in Deventer had Top hem eens horen zeggen dat hij dichten en schrijven wilde. Toen hij nog jong was, verscheen van hem al de dichtbundel ‘Westersche Nachten’. Toen was hij voor in de twintig. Nadat hij van het gymnasium afgegaan was, volgde hij opleidingen voor het bibliotheekwezen.

Top vertelde onder het rijden al deze bijzonderheden aan de anderen.

“Dan gaan we er in Veenwouden even uit”, zei Klaas. Dat was precies Tops bedoeling: even de ‘bakermat’ van Theun de Vries proeven!

In Veenwouden stopte Klaas in het centrum. Ze wandelden wat rond door dit vriendelijke dorpje. Ze kwamen door de Watertorenweg. Geen watertoren te zien! “Die is in het midden van de vijftiger jaren gesloopt”, zei Klaas. Ze kwamen door de Johannus Prinsstraat. Dat bleek een omgekomen verzetsstrijder. “Familie van je?” vroeg Top. Klaas kreeg een hevig rode kleur: “Nee, bovendien was mijn vader niet in het verzet”. Het bleek dat hij zich daarvoor schaamde.

Ze reden terug naar Suawoude. Aaltje had een fijn etentje bereid. Ze hadden een heerlijke dag verder. In het donker wandelden ze naar het schip. Top droomde dat hij een ontmoeting had met Theun de Vries.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk