105 Oefenen

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: zondag 25 september 2011

Top was iedere dag al aan het oefenen met Peters helikopter. Hij wilde zo gauw mogelijk zijn vliegbrevet halen. Een nieuw Alouette III had hij al besteld, maar de levertijd was een eeuwigheid. Die tijd kon hij goed besteden.

Enkele uren per dag was hij achter de boerderij aan het oefenen in starten, opstijgen, rondje draaien boven de weide, hangen boven de ‘thuisplaat’, landen. Daar tussendoor hield hij zich bezig met de techniek van het toestel en de theorie van het vliegen. Top hoefde niet naar een cursus, want Peter was immers instructeur. Die gaf hem praktijklessen. Hij moest minstens vijfentwintig uur DBO, dubbelbesturingsonderricht, hebben. Daarbij moest hij nog een aantal uren solo vliegen en een aantal uren navigerend. Het meest zag Top op tegen het praktijkexamen en tegen … de keuring!

Gelukkig nam Peter hem regelmatig mee naar Deelen. De uren DBO werden dan ook in snel tempo gemaakt! Peter moest in het begin nogal eens ingrijpen. Bijna kregen ze een keer een crash. Top moest om een mast van Radio Kootwijk cirkelen en ramde die mast op een haartje!

Wat de theorie betreft, men mocht de certificaten per vak ‘halen’. Examen moest aangevraagd worden bij het CBR, Centraal Bureau voor Rijbewijzen. Later dacht Top dat hij er negen had moeten halen. In oktober haalde hij er vijf: Voorschriften bij luchtverbindingen, Operationele procedures, Navigatie, Meteorologie bij luchtvaart, Algemene kennis luchtbanen.

Het praktijkexamen, daar kwam hij nog lang niet aan toe! Dat was niet zo erg, hij hoefde pas binnen anderhalf jaar zijn vliegbrevet te halen.

De keuring mocht veel eerder plaats vinden. Die vroeg hij aan bij het CBR. Op vrijdag de elfde oktober moest hij ervoor naar Hilversum. Het werd een heel zware keuring, haast militair: algemeen (heel goed), boven (heel goed), onder (heel goed), zien (heel goed), horen (heel goed), stabiliteit (heel goed). Hij wist later door de zenuwen niet meer of deze zes categorieën wel apart aan de orde gekomen waren.  In ieder geval was zijn bloeddruk 120 over 80 en dat vond hij het voornaamste!

Met Kemper en met Riemersma had hij overlegd of hij af en toe in hun garage aan zijn eigen auto, onder hun leiding, mocht sleutelen, tegen betaling natuurlijk, maar van dat laatste wilden beide heren niet weten. Hij kon rustig komen. Bij Riemersma was hij nu al een keer geweest. Dat sleutelen vond hij ook nodig met het oog op het motorjacht van Tine en hem dat nu al bijna twee jaar ongebruikt in de jachthaven aan de Rembrandtkade lag. De motor moest nodig gereviseerd worden. Dat zou hij Kemper laten doen. Het jacht had hij feitelijk gekocht van de ‘vette’ ‘bonussen’ van het wereldconcern waar hij gewerkt had.

Plotseling schaamde hij zich diep. Hij die zoveel kritiek had op koningen, keizers, politici was net zo erg als zij. Voor Peter gold nu trouwens hetzelfde, vond hij. Er bleef hun beiden en hun vrouwen geen andere mogelijkheid niet een klein beetje voor de zwakken en verdrukten te doen, maar het roer van hun jachten drastisch om te gooien en niet richting de hoge hoop waar de duvel het op doet, te varen, maar naar de arme kuil van ellende, om die te vullen met welzijn!

Peter kwam binnen. “Goat ens èven zitten, jonge! Ik Mot oe wat vertellen. Ik schame mien diepe. Ik bin net een Duutse vorst. Ik zitte te teren op de ärmoo van de kleine man! Iej noe trouwens oke! Wat doo ik ter an?”

“Het is wadde wiejsamen der an doot, Vader”, zei Peter. “Wiej zit in dezelde schute. Diee modde wiej de juuste richting geven!” Ze stonden op en omhelsden elkaar.

“Kom, doe goats nog effen oefenen met opstiegen en landen”, zei Peter cryptisch.

  

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk