91 De 'Rammelsberg'

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: zondag 11 september 2011

In Goslar was het heel gezellig winkelen in de oude winkeltjes in vakwerkbouw met hun sprookjesachtige uiterlijk. Trouwens, Top vond de hele stad een sprookje. Hij sprak dat onomwonden uit. In de meeste zaken keek je wel minstens één heks uit de Harz aan. Geen van allen hadden ooit geweten dat de Harz het land was, waar de ‘Sprookjes van Moeder de Gans’ zich afspeelden.

Om ongeveer één uur gingen ze uitgebreid eten: zuerst eine leckere Suppe mit Zwiebeln, zuzweit Schweinenbraten mit Bratkartoffeln, zutdritt Eis mit Schlagsahne. Het was heerlijk, behalve de slagroom. Daar zat geen suiker in!

Top somde eens even op wat ze de vorige dagen allemaal gegeten hadden, omdat ze door de regen geen inkopen gedaan hadden: in vier dagen twee maal slabonen, twee maal hamburgers, met twee verschillende sausen, en twee maal rijst met twee verschillende vleessausen. Dat kwam allemaal uit de weck en de inmaak die ze van huis meegebracht hadden, behalve de rijst natuurlijk. Die kwam van de kruidenier.

Om een uur of drie, een mager zonnetje scheen weer, beklommen ze de Rammelsberg. In z’n beste Duits had Top de ober gevraagd: “Was heiszt Rammel in Rammelsberg?”

“Wenn es Gewitter gibt, donnert und rammelt es dort so schrecklich, das wollen Sie gar nicht wissen”, had de man geantwoord. Top geloofde er geen woord van. Hij zag de herten en reeën in de bronsttijd bezig met rammelen. De paartijd werd ook hier in Duitsland immers de rammeltijd genoemd.

Ze wandelden langs Zwinger – Zwingerwall – Rammelsbergweg – Rammeleck en wilden dan de berg op en afdalen naar de Herzberger Teich en de Gaststätte Kinderbrunnen, maar ze liepen verkeerd. Bij een hutje halfweg de top van de berg lieten de dames het bij het klimmen afweten. Ze gingen fijn op een bank zitten en genieten van het uitzicht op het noorden, westen en oosten. Het uitzicht was inderdaad prachtig, dacht Top. Hij, Jos en Peter klommen moeizaam langs het ‘wandelpad’ naar boven. Tweehonderd à honderd vijftig meter onder de top maakten ze foto’s en dia’s. Peter filmde met zijn achtmillimeter filmcamera. Later moest blijken hoe de opnamen geworden waren. Het pad ging tot zo’n vijftig meter onder de top. Top klom alleen verder tot op de top. Dat wilden de anderen persé. Top begreep niet waarom. Maar toen hij daar stond, kreeg hij het door. Ze wilden hem filmen, terwijl hij daar alleen stond! De tranen schoten hem al weer in de ogen, maar Peter en Jos zagen het gelukkig niet.

De dames waren goed uitgerust, zeiden ze, toen ze een half uurtje later weer bij hen kwamen. Samen daalden ze af naar de Herzberger Teich en genoten bij ‘Kinderbrunnen’ van een lekker drankje. Ze wandelden terug naar Goslar. Onderweg zagen ze plotseling uit een eik een heel donkere eekhoorn springen. Zo’n eekhoorn hadden ze nooit gezien. Was het een soort die in de Harz voorkwam of was het een zeldzame speling der natuur?

Ze zochten in Goslar de ‘Parkplatz’ op en Peter reed terug naar ‘Prahljust’.

“O ja, vanoavend is ter ‘Sandmännchen’ veur de kinder in de kerktente, zols doe doa een verhaaltjen willen vertellen?” vroeg Peter aan Top. Ze zagen dat Top weigeren wilde, en keken hem knikkend aan. Hij voelde dat hij niet weigeren kon! “Joa”, zei hij eenvoudig. Ineke lachte: “Iej weet toch dat Peter en ik döör de leiding hebt!”  Hij knikte.

Ineke had Peter vast verteld dat hij zijn kinderen ’s avonds bij het naar bed gaan vroeger altijd een verhaaltje moest vertellen over Koning Kaskoes Kilewan. Hij zou er vanavond maar weer één uit zijn grote duim zuigen. Het was nu vijf uur. Hij had de tijd tot half zeven om ‘daar boven’ vast wat voorbereidingen te maken.

  
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk