72 Sinterklaas

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: dinsdag 23 augustus 2011

In de kantine was Henk Gerrits bij Top komen zitten. Top merkte dat Henk iets van hem wilde. “Nou Fik, wat is ter jonge?”

“Kom iej woensdag nog kieken?” Top trok zijn wenkbrauwen op. “Kieken? Wöörnöör?”

“De ankomst van Sunterkloas in Diepenveen”. Top zei dat hij daar weinig te zoeken had. “Ik bin een Zwarte Piet, een ‘Pikkie’”. zei Henk. “Diee man döör in de hook met diee twee jungeskes bie zich is Sunterkloas. Dat is Meneer ‘Dinges’”.

De naam van de man ging Top het ene oor in en het andere uit. Hij keek Henk aan. Er lag iets smekends op zijn gezicht, iets van  “Iej mot kommen kieken, dat is veurnaam veur mien!”

“Hoe late”, vroeg hij. “Um kwart oaver  achte bie Ten Kleij, de krudenier. Teun Udink is oke een pikkie. Iej kent hem nog wel van oew werk in Dèventer”.

Of  Top Teun kende, het was een geweldige komiek! “Ik komme”, zei hij resoluut.

Woensdag, de vijfde december, kwart over acht, hoek Wetermansweg en Oranjelaan. Top zag een kinderzee, golvend van de rood-wit-blauwe vlaggetjes op het kruispunt. Onderwijzers en onderwijzeressen, kleuterleidsters en moeders waren druk in de weer de schare in het gareel te houden en dat was een hele toer. Het leken tientallen gekleurde kikkers in een kruiwagen die eruit wilden om in de richting Deventer kijkend Sinterklaas te zien aankomen. De harmonie ‘Sempre Crescendo’ blies zich de longen uit de lijven om over het lawaai heen de sinterklaasliedjes te laten overkomen. De trommels roffelden af en toe ter afwisseling. Rinus ten Kleij stond met zijn vrouw Diny voor de winkel lachend toe te kijken. De burgemeester stond aan de andere kant, deftig gekleed met de hoge zije op. Zijn vrouw stond als een vorstin naast hem.

Top ging bij Ten Kleij staan. “Wat een prachtig dorpsgebeuren, hè?” zei Rinus. “Dat maakt Diny en ik noe al jören mee. En dan diee ankomst op het peerd! En disse Sunterkloas kan echt peerd riejen. Diee hef bie de huzaren edieend”.

Top vroeg hoe Ten Kleij dat wist. “Ze bint goeie klanten van ons. Zien vrouwe hef vrogger op de Prinses Julianaschole bie mien in de klasse ezèten. Zoodoonde, snap iej”.

Top snapte het helemaal. Goed, die kleinschaligheid! De mensen kenden elkaar en steunden elkaar!

Hij keek naar de kinderen. De mijtertjes van de sinterklaasjes met gouden kruisen wiebelden heen en weer. De mombakkesjes van de zwarte pietjes grijnsden dreigend alle kanten op. Het was een komisch bewegen van een lawaaierige, genietende mensenzee. Hij zag hoe de burgemeester er majesteitelijk lachend naar keek, af en toe een paar woorden wisselend met zijn secondant. Dat zou de secretaris wel zijn.

Plotseling een gedrang in één richting: “Hee kump teran!” “Iej kunt hem al zieen!” “Joa, hee hef een echte schimmel!”

Daar kwam hij inderdaad. Wat een grote sinterklaas! Wat een kostuum! Wat een mijter! Dit was echt! De ‘schimmel’ was groot, maar geen schimmel. De beide pikkies waren authentiek! Zo zag een Spanjaard of een Moor eruit. Die hoed met veer, die kraag, die broek. En dat alles twee maal, bij Henk Gerrits en Teun Udink. De burgemeester heette Sint welkom. De muziek zette in. Sint en de pieten met hun zakken en roeden gingen achter de muziek aan, o nee, Teun ging vooruit als een volleerde tamboermaître. De vlaggetjeszee volgde.

Met zijn hand aan het bit liep Eppe Harmsen naast het paardenhoofdstel. Hij had vast het paard geleverd. Top kende hem goed. Hij woonde op een boerderij aan de Schapenzandweg, samen met zijn broer. Hij bezat ook koetsen. Die werden door de broers verhuurd bij speciale gebeurtenissen als jubilea. Top begreep plotseling waarom Fik hem gevraagd had te komen kijken! Dit was immers echte gemeenschap!!

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk