68 Giften

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: vrijdag 19 augustus 2011

De vader van Hans had de slachting van het ‘huiszwijn’ gratis verricht. Hij wilde zo bijdragen aan de kosten die de familie Meester had met het overdag de zorg hebben voor zijn zoon. Zo’n gift aanvaardde Top natuurlijk met plezier. Het spaarde hem heel wat uit en hij hoefde er geen boekhouding over te voeren. Met de andere ouders had hij echter een probleem. Zij wilden allemaal nogal forse bedragen geven voor de zorgen om hun kind. Maar de familie Meester wilde absoluut geen geld aanvaarden voor de materiële en immateriële hulp die zij de jeugd gaven. Top wist aanvankelijk niet hoe hij dat probleem moest oplossen. Totdat de dominee van Diepenveen, Knorth, die zeer geïnteresseerd was in het ‘zorgexperiment’, op bezoek kwam. Top stelde zijn predikant op de hoogte van zijn ‘luxe’ moeilijkheden.

 

“U zou een bus kunnen nemen, een oude melkbus bij voorbeeld, een gleuf in het deksel kunnen maken, zodat de mensen daar een gift in kunnen deponeren voor een goed doel. Die gift kan in een enveloppe in de bus gegooid worden met naam en adres op een papiertje erbij, zodat ze later een kwitantie van dat goede doel kunnen krijgen! Dan kunnen ze het aftrekken van de belasting! Eén keer in de maand gaat het slot van de bus. Die wordt geleegd. U int de bedragen en maakt die over per giro en dan hebt U de afschriften, zodat U kwitanties kunt uitreiken”.

Het was een goed idee, maar het was Top veel te ingewikkeld. Op die manier hield namelijk ‘de belasting’ een vinger in de pap bij zijn cliënten! Dat wilde hij niet!

“Ik heb een beter plannetje, door Uw voorstel bij mij opgewekt! Op de melkbus zet ik bijvoorbeeld N H K. Dat betekent Nederlands Hervormde Kerk. Dan blijven de giften in Diepenveen. We laten twee hangslotjes maken, ieder aan weerszijden van het deksel, geven de Diakonie van onze kerk beide sleutels, laten één keer per kwartaal de bus door dat college legen. Ik krijg een kwitantie voor die giften aan mijn kerk en ik zie wat de belasting betreft wat ik doe!”

De dominee vond het een pracht idee. “Maar, …. Als de gevers niet protestant zijn?”

“Zij geven de giften aan mij. Ik geef het geld aan de gemeenschap van Diepenveen. Wie dat niet wil, geeft gewoon niet”.

Top zei trouwens dat hij dit giftenplannetje voorleggen zou aan de ouders van zijn pupillen. Hij zocht ze een voor een op. Niemand had enig bezwaar. Integendeel. De mensen vonden het een prachtig idee. Zij hadden zelf toch nooit zoveel giften dat ze voor de inkomstenbelasting aftrekbaar waren. De giftenbus schilderde hij prachtig grasgroen. In dikke cursieven zette hij erop Diepenveense Dorpskerk en hij zette de bus opvallend in de woonruimte. Tine en de kinderen waren heel enthousiast. Moeder, Oma, keek blij. Zij was een gosdienstige vrouw.

 

De bus stond er nog geen twee dagen of een pastoor uit Deventer kwam een bezoek brengen op ‘Weltevree’. Het bleek dat hij verhaal kwam halen! Waarom er een protestantse bus stond! Er waren ook parochianen van hem die giften gaven! Die moesten bestemd zijn voor de katholieke zielszorg!

Top probeerde hem geduldig uit te leggen dat het om andere dingen ging dan zielszorg. “Mijn ‘ouders’ hebben zo beslist. Ook de katholieke ouders gaan hiermee akkoord. Zij willen in eerste instantie uit dankbaarheid ons gezin iets geven. Wij geven het aan wie wij het geven willen en dat is beslist niet aan Uw kerk. Daar hebben wij helemaal niets mee!”

Hij meende dat laatste oprecht! Een kerk die nog altijd dacht in termen “Wij en de Anderen” moest bij hem niet aankomen. Zo’n kerk beschouwde ieder als haar eigendom, meende hij.

 

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk