60 Kleinschalig

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: donderdag 11 augustus 2011

Met z’n allen zaten ze op die zaterdag de eerste september in de huiskamer bij Top en Tine. Mevrouw Bladergroen was er. Ze zat naast burgemeester Crommelin, die in de gemeente Diepenveen ‘Onderwijs’ in zijn portefeuille had. Jan Kramer was uitgenodigd als deskundige ‘buitengewoon’ onderwijs. Oma was ook aanwezig en de acht jongelui om wie het ging. De boeren en hun vrouwen waren er natuurlijk ook.

Toen de koffie ingeschonken was, nam Jan Kramer het woord. Hij memoreerde wat Top en Tine aan de ‘Vecht’ beleefd hadden, vertelde de hele gebeurtenis daar nog eens en liet toen de naam ‘Bladergroen’ vallen. Hij bedankte haar dat zij actie had willen ondernemen en dat zo snel al gedaan had. Toen gaf hij het woord aan de professor.

Zij kwam meteen tot de zaak. Ze vertelde dat de vissen in de Vecht daar niet spartelden voor hun ‘school’ waarin zij leefden, maar voor hun ‘leven’. In dat schooltje vissen kenden ze allemaal elkaar nog. Dat is met de schaalvergroting, zeg maar de schoolvergroting in onze tijd niet meer het geval. Al jaren vocht zij tegen het opheffen van kleine scholen en het vormen van mammoetscholen. Hier had zij een kans gezien! Scholieren moesten in kleine praktische en voor hen overzichtelijke verbanden in harmonie met elkaar naar hun toekomst werken: spartelen in hetzelfde zuivere bronwater, door het leven springen en dartelen en daarbij leren in eigen onderhoud te voorzien. Ze moesten zelf hun levenstrap leren beklimmen en daarbij eigen initiatieven nemen kunnen. Ze moesten naar hun eigen doel zwemmen, al stond hun dat niet helder voor ogen.

Bij die overdenkingen had zij bijna niet kunnen wachten de burgemeester van Diepenveen te bellen, want hier lag een kans voor het onderwijs! Dat gezegd hebbend gaf zij het woord aan de burgemeester.

De heer Crommelin zei dat hij onmiddellijk enthousiast geweest was bij het horen van de ‘gelijkenis van de vissen’. Hij had meteen actie ondernomen bij het Ministerie van O, K &W. Hij had verteld over de jongelui die tot hun achttiende nog wettelijk verplicht avondonderwijs zouden moeten volgen. Hij had toestemming gekregen dat als een vorm van openbaar onderwijs op heel kleine schaal te organiseren ‘buiten last van ’s Rijks Schatkist’. Hij wist dat dat makkelijk kon! Diepenveen was in tegenstelling tot Deventer een rijke gemeente! Bovendien had hij Jan Kramer al gestrikt, die gratis ’s avonds les geven wilde, want die mocht wettelijk niet meer lesuren buiten zijn eigen school hebben. Hij zou eens te veel gaan verdienen! Hij zag het al helemaal voor zich: praktijkonderwijs door de boeren en hun vrouwen, theorie van Jan Kramer  en de kwekeling Jos Meester en huishoudonderwijs van Oma, Tine en Ineke. En dat allemaal rondom ‘Weltevree’. Aanstaande maandag konden ze officieel starten. De toestemming van de basisonderwijsinspecteur van de Inspectie Deventer was er al. Die zou regelmatig ter controle komen. Dat vooral zou hem benieuwen. Zijn ervaring was dat zo’n man of vrouw eens in de twee jaar verscheen, behalve als er voor hem of haar zelf eer aan te behalen viel, o nee, dat laatste had hij niet mogen zeggen.

Na zijn toespraak kreeg de burgemeester een hartelijk applaus.

Toen vroeg hij de meisjes en jongens een voor een wat ze wilden worden. Hans had gekozen voor slager, Gerrit voor timmerman, Teun voor automonteur, Guus voor soldaat en wel officier, Mientje wou kapster worden, Welmoed kinderarts. Karel wilde boer worden. De burgemeester was verbaasd. Deze jonge mensen met hun lichte handicap wisten wat ze wilden. Dat was het verschil met vissen. Die wilden enkel overleven. Hij sprak dat ook uit.

Top vond het mooiste dat ‘zijn’ kinderen voor beroepen gekozen hadden, die dienstverlenend waren! Dienstverlening is hoe dan ook persoonlijk!   

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk