43 Griep - greep - grijp

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: maandag 25 juli 2011

Als jongetje van zes zou Top met zijn oudere broer Lot op verjaarsvisite bij tante Cor, die een kwartier lopen van hun huis aan de rand van de stad woonde bij de “Galgenbelt”.

Helaas kon Lot op het laatste ogenblik niet mee, want hij kreeg een griepaanval.. . .

“Zek möör tegen Tante dat Lot de griep hef”, zei Moeder, toen zij hem alleen liet gaan. Moeder sprak meestal haar eigen streektaal, waarin de –ui- een –uu- of een –oe- is en de –ij- een –ie-.

Hoe moest hij nu ‘griep’ overbrengen? Was het wel ‘griep’? Of ‘grijp’? Onderweg repeteerde hij: “Van harte gelukgewenst met Uw verjaardag, maar Lot heeft de ‘grijp’”. Of was het misschien de ‘greep’? Hij begon te zweten, had het gevoel dat tijdens het lopen zijn keel dichtgeknepen werd; hij moest kiezen. Aarzelend bleef hij staan, voelend in zijn broekzak naar twee losse centen. Hij zou ze opgooien. Beide “kop” was ‘griep’, dubbel “munt” ‘grijp’, “kop” en “munt” “greep”. Hij wierp: dubbel “munt”, dus ‘grijp’.

Bij Tante thuis gearriveerd zette hij zijn witte klompen bij de keukendeur, stommelde door het donkere achterhuis en opende de ‘bestekamer’, waar de familie, ooms en tantes, neven en nichten, bijeen zat. Het felle licht van de lamp boven de tafel prikte hem in de ogen.

Vlug gaf hij tante Cor een hand en hij stamelde”: “Van harte gefe.. gelukgef… gefeliciteerd met Uw verjaardag en Lot komt niet, die heeft de grijp”.

Een gelach als de donder rolde over hem. “De greep”, hoorde hij zichzelf roepen.

Harder gelach. En hij had verder zijn mond gehouden.

Maar Oom greep in: “Die Tobias is altijd al een humorist geweest, mensen”, zei hij. Achteraf zegt hij dan altijd : “Grapje”.

“Geintje”, zei Top. Iedereen begon nog harder te lachen. “Natuurlijk is het de ‘griep’, maar ik dacht bij mezelf, laat ik eens overdreven Hooghaarlemmerdijks praten, zo van ‘grijpen, greep, gegrepen’.  ‘Griep’ doet meer aan ons eigen dialect denken”.

“Heurt iejluu wel, diee jonge is gewoon een taalvirtuoos!” riep ome Wim. Allemaal keken ze vol bewondering naar Top. Zijn dag en vele dagen daarna nog genoot hij van het succes van hem en Oom.

Voor Lot kreeg hij een lekker ‘taertjen’ mee in een ‘keukskestrummelken’!

 

Top schrok op uit zijn gedachten. De BkB-2- afgevaardigde had nog steeds het woord: “Wat zijn de feiten? Ontslagen zonder enige aankondiging door de BKB wenst de heer Tobias Meester geen gebruik te maken van een passende afvloeiingsregeling en kiest zo snel mogelijk een andere job, daarmee logenstraffend de bewering, dat er op grote schaal misbruik gemaakt wordt van de sociale voorzieningen, hij wenst er althans geen gebruik van te maken. Hij wil zijn lot in eigen hand houden. Waar vindt hij een baan, Meneer de Voorzitter? Natuurlijk bij de concurrentie, Meneer de Voorzitter. Waar elders? Ontslag is ingrijpend! Het is niet zoiets als de griep die vanzelf weer overgaat. Het heeft de mens in de greep, in de houdgreep, waaruit iemand de ontslagene bevrijden moet. Meester stelt zich meteen positief op! Hij grijpt een uitgestoken hand. Wat is daar tegen? Niets! Conclusie, Meneer de Voorzitter: Dog heeft hier niets mee te maken. Die kent Meester niet eens. De heer Meester is geen spion, geen verrader, geen delinquent, niet iemand om uit te lachen, maat een mens om mee te lachen om de humoristische manier waarmee hij zaken oplost. Geef die man een LINTJE met hoofdletters. Wij komen met de volgende motie … “.

Ongewild schoten Top en Pat in een bijna verstikkende lach, want zij wilden zich door geluid  niet verraden.                         

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk