26 Genieten
Zijn gebaren bedachtzaam stilerend greep Flip de Fluiter naar de rechter borstzak en toonde Drie een gele, rechthoekige kaart, waarop de man als bij toverslag op de knieën zonk, de armen handenbiddend ten hemel sloeg en smekend zei: “Alstublieft, ik zal het nooit meer doen!”
Zo was dus de eerste gerechtelijke waarschuwing uitgedeeld.
Plechtig stak Flip de kaart weer in de borstzak, legde de hem toegerolde bal met een nonchalante beweging stil en hij wees naar het witgele doel. Zwartrode nummer Twee kwam naar voren om de vrije trap te nemen. Het gezang “Nooit meer doen …. , nooit meer doen, nooit meer … “ stierf weg. Twee nam zijn aanloop na het teken van de arbiter. Er volgde van vijfendertig meter afstand een daverend schot, dat rechtlijnig hard en hoog onder de kruising van paal en lat in het doel suisde. Ondanks een katachtige sprong van de witgele doelman zat de bal erin! Het omgekeerde van het een-tegen-nul moment volgde: de bal ging naar de middenstip. Het was precies dertien uur, toen Top juichte voor Zwartrood EBKB, want het was een schitterende goal.
Door zijn overtreding en het daaruit volgende doelpunt was de aandacht van het publiek in het bijzonder op Witgeel Drie gevallen. De arme jongen, toch al geplaagd door zijn officiële waarschuwing, moest een voortdurend fluitconcert van de toeschouwers over zich heen laten gaan, wanneer hij zich met het spel bemoeide. Bij iedere bal die hij aanraakte en ieder keer wanneer hij in vrije positie liep om het leer te ontvangen, moest hij zich voelen als een klein paaltje waartegen een grote hond zijn behoefte doet. De man scheen steeds meer in elkaar te krimpen. Toen hij geen bal meer raakte en volgens de trainer genoeg gekrompen was, haalde men hem uit het veld. Onder een regen van flesjes, blikjes, zitkussentjes en ‘leuzen’ van de wild geworden witgele aanhangers verdween hij uit het strijdperk, waarbij “Weg met drie --- potveredrie!” hem wel het meeste moest treffen.
Die publieke reacties maakten Top nerveus, vooral toen hij merkte dat ze grote invloed hadden op de spelers, in het bijzonder op de zwartrode, die voelden dat de Witgelen aanhang begonnen te verliezen. Zij begonnen gegroepeerder te voetballen en groeiden naar een meerderheid. Hun tegenstanders, bij wie nummer Twaalf in het veld gekomen was, werden langzamerhand met de rug tegen de muur gezet. Er dreigde een executie! Dat was genieten geblazen! Voor- en tegenstanders van Witgeel begonnen uit alle macht te schreeuwen “Nog een kool! Nog een kool! Nog een kool! … “. Het werd een woeste schoppartij. Leuk …!
Klein maar bekwaam bleef Flip echter regeren. Elke overtreding werd volgens de regels bestraft. Juist in deze periode van Zwartroods overwicht greep Witgeel voor de tweede maal de leiding. Een ren van Witgeel Twee, die bij zijn eigen doellijn het zwartwitte monster oppikte, vormde een lange inleiding. In zijn eentje passeerde hij in een fantastische dribbel één, twee, drie, vier, vijf, zes opponenten, hij liftte daarna de bal op zijn bol, bleef even staan voor Zwartrood Twee die hij op zijn weg ontmoet had, ongeveer twintig meter voor Witgeels veste, de bal op zijn hoofd balancerend, en rende de armen wijd gespreid als een volleerd jongleur naar het doel om de bal erin te lopen. Doodstil was het plotseling. Zwartrood Twee stond met open mond dit staaltje van kunst te bewonderen; de toeschouwers hielden hun adem in, men kon een speld horen vallen. Dat was het betere voetbal waar men al jaren naar streefde. Volmaakt gave techniek, die met een doelpunt bekroond moest worden.
Van dit kunnen genoot Top echt!