25 Gelijkenis

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: donderdag 07 juli 2011

Hoe lang zij elkaar aanstaarden, kon hij later niet meer vertellen, maar hoe de man snikkend het woord nam, zou hij nooit vergeten.

“Ik kan er niet  tegen, nooit, nooit, nooit. Als ik het veld opkom, is het of alles zich op me stort, me verplettert, me doet stikken. En ik wil graag en ik kan niet”.

Top probeerde hem te troosten, terwijl de meest vreemde gedachten door zijn brein warden, die te maken hadden met zijn ontslag bij de BKB, de radioreporter welke hem in de strijd had willen betrekken, het “Ernstig Letterspel” en het feit dat hij in zijn jonge jaren geen onverdienstelijk keeper geweest was in een zaterdagamateurelftal; daarbij voelde hij nog boven zijn linker elleboog de ijzeren greep van de Zwartroodtrainer. Het zielige hoopje in de hoek zou zeker in het doel een modderfiguur slaan, een gedaanteverwisseling zou ondanks Tops oudere gezicht niet opvallen.

“Verkleden”, zei hij kort tegen het onbekende evenbeeld. De man hield niet begrijpend met schreien op.

“Snel, ik neem Uw plaats in”, voegde Top de doelman toe. Haastig begon De Leeuw zich te ontdoen van  trainingspak en tenue. Na hun ontkleding werden de kleren gekruist. Na die zwijgend gedane handelingen keken zij elkaar poserend aan en bijna gelijktijdig begonnen ze te grinniken. Toen kwam De Leeuw met uitgestoken rechter hand op Meester toe, die de hand stevig drukte.

“Leo de Leeuw, voor vrienden Leo”. … “Tobias Meester, voor vrienden Top”.

Samen liepen ze naar de deur, openden die en ze begaven zich naar het veld. Leo bleef buiten de afrastering. Top begaf zich naar de zwartrode spelersbank. De Aaahhs, Ooohhs, Hoo’s en Haa’s waren niet van de lucht. Ze vertelden dat het een interessante strijd geworden was met spectaculaire momenten, zoals dat in reporterstermen heet.

De Lange had zijn doel nog steeds schoon weten te houden na de eerste treffer. Eén tegen nul was de stand gebleven. In de arena galmden de liederen. Witgeel tegen Zwartrood, zang en tegenzang.

Witgeel: Voet en bal, mijne vrinden …,

Zwartrood: Zwart op wit is onze bal …,

Wg: Voet en bal zijn één geheel …, Zr: Zwartbont om zo te zeggen …, Wg: Als deze elkaar vinden …, Zr: We knokken om hem met een knal …, Wg: Weet ik dat ik voetbal speel … . Zr: In het doelnet neer te leggen … .

 

Zo woeien de liederen tegen elkaar op en spatten in flarden uiteen. Zonder te spreken zette Top zich naast zijn trainer, die hem nauwelijks opmerkte, betrokken als hij was bij de titanenstrijd.

Roepend, wijzend, knikkend gaf de geplaagde man zijn aanwijzingen, die alle nauwkeurig opgevolgd werden.

Gaat het nog!” schreeuwde hij naar De Lange die nog mankte. Een handopsteken beduidde dat het nog steeds ging. De bal was inmiddels beland bij Zwartrood Zeven, die behendig een tegenstander omspeelde, waardoor hij een vrij veld voor zich kreeg, wat de tegenspeler verdroot, welk verdriet resulteerde in het snel uitsteken van het rechter been, welks voet als haak fungerend Zeven velde, letterlijk en figuurlijk.

Zeven sprong op om nummer Drie er eentje te verkopen, maar Flip sprong er tussen, fluitend en met de armen gespreid.

Daar konden Drie en Zeven niet tegen op, al botsten zij voor tien!

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk