20 Droom!?

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: vrijdag 01 juli 2011

Heel langzaam kwam de menigte tot rust. Een automobilist stapte in, anderen volgden. Vijf minuten later was de weg stil en verlaten. Top en Flip waren de enige achterblijvers.

“Kom, we gaan”, zei Flip. “De wedstrijd tussen KBKB en EBKB begint om twaalf uur dertig. Het is nu twaalf uur. We moeten er de sokken inzetten. Instappen en rijden”.

“Maar mijn rede”, zei Top.

“Draai even het volgende nummer uit je zakboekje”. Top zocht het nummer: 0203-98756734. Hij draaide het langzaam. Er ging geen bel over. Een schorre stem zei: “U spreekt met het antwoordapparaat van de Bonte Kauwgomballen. Directie en commissarissen hebben besloten de zaak voorgoed te sluiten. Voor een passende afvloeiingsregeling zal worden gezorgd. U hoeft niet weer te bellen, want U krijgt steeds hetzelfde te horen”.

Hoewel hij als president-directeur van niets wist, verraste het hem niet eens. Hij hing de hoorn op de haak, dacht aan spelregels, wandelde naar Flip en zei: “Stap in, het is geregeld”.

Hij keek op zijn horloge, het was exact twaalf uur. Ze stapten in en reden weg.

 

Hoe kwam het, vroeg Top zich af, dat hij voor het begin van het “Ernstig Letterspel” zich niet afgevraagd had of hij de voetbalwedstrijd wel kon bezoeken? Hij had immers om veertien uur dertig zijn openingsrede moeten uitspreken. Misschien had hij ongeweten geweten dat het groeien naar steeds grotere verbanden ook zijn ‘maatschappij’ zou kunnen treffen. Dat sport bij hem op de eerste plaats zou komen, kon hij zich niet voorstellen.

Toen hij in de binnenspiegel keek, zag hij tot zijn verbazing dat de beide heren van de politie nog altijd achterin zaten. “Waarom bent U niet uitgestapt?” vroeg hij. “U hebt toch dienst?”

“Bij zo’n wedstrijd is er toch niemand op de weg”, was het antwoord. “De match wordt uitgezonden door de teevee. Wij rijden maar met U mee. De residentie hoort tot ons district”.

Op zijn vraag of ze kaartjes voor de wedstrijd hadden, werd ontkennend geschud. Ze dachten dat het door hun uniform wel in orde komen zou. Ze zouden daardoor wel des te ‘welkomer’ zijn, sterker nog, ze waren onmisbaar. Toen schoot hem te binnen dat hijzelf geen kaartje had! De wedstrijd zou wel uitverkocht zijn. Geen zorgen daarover, de grote Flip de Fluiter zat bij hem in de wagen en die zou wel voor een oplossing zorgen.

Naar Flip kijkend, zag hij hoe die zijn horloge raadpleegde. Flip zag dat hij keek en merkte laconiek op dat ze nog maar vijf minuten hadden om het grote stadion te bereiken, want een kwartier voor aanvang van de wedstrijd moest hij beslist aanwezig zijn. Zo wilden de regels dat nu eenmaal. Toen Top opmerkte dat de grote drukte in de residentie dat beslist onmogelijk maken zou, begonnen de agenten te lachen. “Maakt U zich geen zorgen meneer Meester, heel het raderwerk staat stil als onze machtige arm dat wil”.

Waar had hij dat vroeger toch meer gehoord? Wacht eens, die leuze werd gebruikt als arbeiders wilden gaan staken! Die politiekerels haalden de zaken door elkaar! Langzamerhand vond hij het toch allemaal niet normaal meer! Hij kneep eens in zijn arm. Nee, hij droomde niet?!  

Spoedig was “Einde Autoweg” bereikt. De weg eindigde in de stad. Rechtsaf. Meteen zaten ze in de taaie stroom van honderden mensen, die zich langzaam naar het stadion begaven. Voetje voor voetje bewoog de lawaaiende massa  zich naar de wedstrijd tussen de elftallen van de “Koninklijke Beter Klanten Bond”  en de “Eerste Betere Klanten Bond”. Dat was het “Noord-Westen” tegen het “Zuid-Oosten”, de witgelen contra de zwartroden, kortom ‘Wit’ tegen ‘Zwart’.             

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk