14 Droombeelden

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: zaterdag 25 juni 2011

Losjes slenterden ze de houten treden op. Top zag dat zij, ook van achteren bekeken, een volmaakt paar vormden. Toen ze boven waren, draaiden ze zich nog even naar elkaar toe en naar achteren om. Tegelijkertijd opende zich de deur van het blokhuis. Een man trad naar buiten, liep tot tussen hen en zei: “Welkom vreemdeling”.

Top draaide terug en stond oog in oog met een sportief geklede oergezonde heer met een ernstig maar vriendelijk gebronsd gelaat, die hem de hand toestak. Pat legde haar hand op de linkerarm van de man en zong: “Pa, dit is Top Meester. Top, dit is Pa”.

“Hartstra”, zei de man boven de stevige hand, “Dok Hartstra, directeur van dit reservaat, kom binnen”.

Gedrieën betraden zij een ruime kamer, sober maar smaakvol ingericht. Langs de wand stond een prachtig ruw hardhouten boekenrek met tal van wetenschappelijke biologische en medische werken. Links ervan bevond zich een eethoek, in zijn geheel uit ongeschilde berkenstammen vervaardigd. Men had er een prachtig uitzicht op het natuurpark. Rechts een studiehoek van geschild en enigszins bewerkt eikenhout. Een stethoscoop lag los in een van de stoelen. Enkele witte doktersjassen hingen aan een staande beuken kapstok.

Deze kamer kon zo een artsenverblijf in een ziekenhuis zijn. Of had Top het gevoel dat hij daar ook was?!

Top werd genodigd te gaan zitten en hij zakte als vanzelf gemakkelijk onderuit. Hier kon men op adem komen! Dit was recreëren in de beste vorm: natuurlijk zijn te midden van de natuur bij zich natuurlijk gedragende mensen.

“U had een man zien sluipen en daarna weghollen?” vroeg Dok.

“Ja, het leek me nogal verdacht”.

Samen overlegden ze wat hun te doen stond. Het bleek Top al gauw dat hij in een doorgangshuis beland was voor dieren in opleiding ten behoeve van het fraaie plaatsvervangende parklandschap, dat in de toekomst om de ‘Betere Kubusbouw’  zou komen te liggen. Hartstra kon hem er niet zoveel over vertellen, tenslotte was Top een geïnteresseerde leek, maar de BKB-hoofddirecteur begreep toch spoedig dat hier groots werk verricht werd.

Met de apen had men tot nu de beste resultaten gehad. Chim bijvoorbeeld kon zichzelf al volledig zelfstandig aankleden, was in staat simpel recherchewerk te doen, wat de stadswachtdiensten perspectieven bood, en kon ook eenvoudig administratief werk verrichten.

 

Al luisterend naar Dok en zichzelf in de arm knijpend bij dit vreemde verhaal, omdat hij dacht dat hij droomde, dwaalden Tops ogen rond. Door het venster boven de warande zag hij de kettingbeer de trap opgaan. Het dier keek blijkbaar scheel, want de oogpupillen schenen elkaar te kruisen. De beer keek scheel.

Door het raam keek Brom hem aan, Top wendde snel zijn blik af en richtte die op zijn benen, die ook een kruis vormden. Toen voer er een rilling door zijn hele lichaam; zijn benen vormden geen enkel kruis, maar een dubbel. Het maakte hem duizelig. Opkijken durfde hij bijna niet. Toen hij het toch waagde, en een moment zijn ogen op Chim richtte, bleek ook die zich verdubbeld te hebben. Dok, Pat, Chim, zijn benen, hijzelf, alles was verdubbeld.

Sidderend sloot hij de ogen, geluiden stierven weg, hij gleed onderuit op de vloer en hoorde nog flauw: “Hij gaat weer van zijn stokje”.

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk