1 Inleiding

> Categorie: KONINKRIJK KONKELFOES Gepubliceerd: dinsdag 12 april 2011

Al wat hier volgt, is geschreven voor  mensen als ik. Degenen die menen geen al te hoog IQ te hebben en weten wat deze afkorting betekent, wordt verzocht dit boek  niet te sluiten en door te lezen: zij zijn  intelligent, zij passen  in Konkelfoes, zij vermoeden nu al  dat dit geschrift heel veel inhoud voor hen hebben kan, omdat zij het  ‘vatten’ kunnen. Zij zulle dit werkje niet onbenullig vinden, wat het ook niet is, want de auteur, die men echt wel met de naam ‘schrijver’ aanduiden kan, is een heel knappe vent met een goed taalgebruik, een normale stijl en zinvolle woordherhalingen en met nog veel meer goeds. Uit de laatste zinsnede blijkt reeds duidelijk welk een fijne kerel  hij is; blijkbaar kan hij heel goedk zijn gedachten en gevoelens op een rijtje zetten. Kortom, deze schrijver is een verteller; als men begint te lezen, leest men door.

 

Wie het boek nu nog niet gesloten heeft, omdat hij of zij zich even intelligent voelt als de auteur, wie zich de geografische kennis  zo heeft weten eigen te maken, dat hij of zij al bij voorbaat heeft kunnen vaststellen dat Konkelfoes, de Konkelfoezers en het Konkelfoezement niet bestaan, kan verder lezen, ‘kan’ modaal te verstaan, want verder lezen hoeft beslist niet. Het is wel aan te bevelen door te gaan, want de lezer wordt van dit boek  wijzer. Wie wijzer worden wil, sluite hier  het binnentreden in het Koninkrijk niet af. Door kennis te nemen van de gebeurtenissen in Konkelfoes verrijkt men zich , men wordt ervzelfs een kwartje van als men een dubbeltje is; het hoeft niet goed te kunnen zijn voor de uitgever en de auteur, want het boek is gratis te lezen op internet; de auteur waarschuwt de lezer maar even: dóórlezen is niet gevaarlijk, alleen Uzelf wordt er beter van en een mens wil er zelf toch iets van meenemen!

 

De lezer heeft thans, wat een woord,  de gelegenheid gehad het boek eventueel aan de kant te smijten, er – desnoods iemand – de kachel mee aan temaken, zodat de auteur dan vanaf deze plaats waarschijnlijk voor niemand meer schrijft, wat uiteraard niet zijn bedoeling was. Hij kan nu rustig enkele bekentenissen doen als een soort biecht van zichzelf tegen zichzelf, van een mens aan een mens. Zo blijft de stand dubbel blank en de schrijver kan nooit verliezen, ook zijn gezicht niet.

 

De auteur is feitelijk geen auteur. Hij mist misschien de aanleg tot het scheppen van een kunstwerk. Hij is wel in staat uit de elementen die cultuur, opvoeding, beleving, milieu, politiek en aanverwante artikelen hem bieden,  iets zinnigs te destilleren en voor zichzelf daarmee iets op te bouwen. Hij is geen warhoofd, voor wie recht zich dikwijls als onrecht, onwaarheid als waarheid en liefde als haat voordoet. Hij is notabene binnen de prachtig gestructureerde hoog beschaafde maatschappij zelf geen chaos, die zich op de wilde wateren van het begin der schepping en de zondvloed daarna heen en weer geslingerd voelt. Zo iemand als hij is natuurlijk goed in staat geen plagiaat te plegen, maar wel te herscheppen; hij kan goed notuleren en dan ook nog zeer volledig.

 

Tot zover mijn inleiding van deze nog geheel onvoltooide roman.

 

G.W. Kuijk   

 
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk