GDD LXXV Ongeliekvloers (Onderschikkend) Zinsverband: Gedoozinne - Doonerszinne

> Categorie: Grammatica Deventer dialect (GDD) Gepubliceerd: zaterdag 08 mei 2010

Bie ongeliekvloers zinsverband is de ene enkelvoldige zinne een zinsdeel van een andere enkelvoldige zinne. Der bint netzoo völle soorten zinnen as ter soorten zinsdelen bint. Ze wordt biezinnen eneumd.

Onderscheiden kunt worden:

Naamwoordelijk Deel van het Gedoo … … …ààà … … … ..  Gedoo – of Gezegdezinne

Dooner … … … … … … … … … … … … ..ààà … … .. Dooner- of Onderwerpszinne

Veurwerpen … … … … … … … … … … …ààà … … … … … … . Veurwerpszinnen

Bievoeglijke Bepoalingen … … … … … … ..ààà … … … … .. Bievoeglijke Biezinnen

Biewoordelijke Bepoalingen … … … … … ...ààà … … …  . Biewoordelijke Biezinnen

Dubbelverbonden Bepoaling … … … … …  ..ààà … … …Dubbelverbonden Biezinnen

 

De Gedoozinne: Diee hef de functie van Naamwoordelijk Deel van het Gedoo. Zon zinne begint altied met wiee, diee, wat of een veurnaamwoordelijk biewoord, bieveurbeeld wööroaver  (oaver wiee, oaver wat). Diee woorden bint betrekkingswoorden.

Veurbeelden: Diee vent is nieet (Heufdzinne) diee hee veurgef te wèèn. à Gedoozinne. – Ik bin eworden (Heufdzinne), wat mien mooder oke was. à Gedoozinne. –Ik bin (Heufdzinne) wiee ik bin. à Gedoozinne. – Dat is (Heufdzinne), wöör wie het oaver hadden. à Gedoozinne. Pas op! In “De ofspraak was, dadde wiej um vier uur hier wèzen zollen” is het onderstreepte het biezundere en dus De Dooner. Diee zinne is dan de Doonerszinne. De ofspraak = Naamwoordelijk Deel van het Gedoo.

Zoo tèvens in: Zien opmerking was, dat de landelijke politiek hemelsbreed verschilt van de plaatselijke. àDoonerszinne. – Het (Veurlopige Dooner) blik, dat het règentà Doonerszinne. – Het (Veurlopige Dooner) heet dat hee oaverspannen is. à Doonerszinne à heet = zelfstandig werkwoord. 

De Doonerszinne: Boavenstoande tekst leert ons al dat Doonerszinnen de functie hebt van Dooner. Ze kunt beginnen met een ongeliekvloers voegwoord, een vroagend veurnaamwoord, een betrekkelijk veurnaamwoord; butendat kunt ze anekondigd worden deur een Veurlopige Dooner.

Veurbeelden: Het (Veurlopige Dooner) was mooi, dadde wiej thuus wazzen (Doonerzinne).- Wiee of het edoan hef (Doonerszinne), is nieet bekend (Heufdzinne). à ‘of’ as toovoeging bie een Vroagend Veurnaamwoord in een indirecte vroage is in het Dèventers heel gewoon, èvenas de toovoeging ‘as’: Wiee as hem eslagen hef (Doonerszinne), is een roadsel (Heufdzinne).In het Dèventers komme wiej een heleboel beknopte of onvolledige heufdzinnen tegen. De term ‘onvolledige’ is feietlijk nieet juust, want wat ezegd wördt, kump volledig oaver: Mooi, dadde wiej thuus wazzen! – Mooi, wiej wazzen thuus. ‘Mooi’ is in beide gevallen een Beknopte Heufdzinne.Meer veurbeelden: Nieet bekend wiee of het edoan hef. – Een roadsel wiee as hem eslagen hef. Een mooi veurbeeld van dat simpele zeggen is de mededeling in twee beknopte zinnekes: ‘Fijn, eslaagd!’De Dèventenaer maakt feilloos onderscheid in de Doonerszinnen tussen het Betrekkelijk Veurnaamwoord met in-esloaten antecedent en het Vroagend Veurnaamwoord (evolgd deur ‘of’ , ‘as’):  Wiee het weet, mag het zeggen. – Wat iej döör zekt, is nieet wöör. – Wiee of het rad uutevonden hef, blif duuster. – Wat ovve wiej ofesproaken hebt, wördt märgen bekend emaakt.   
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk