Hij zou beter oppassen ... 10-05-40

> Categorie: Een Deventer jongen in oorlogstijd Gepubliceerd: dinsdag 13 oktober 2009
Hij zou beter oppassen.Toen de ploffen voorbij waren, ging Gerrit weer naar de brug kijken. Twee van de drie prachtige bogen lagen geknakt in de rivier. Nu zouden ze nooit meer over het looppad naar de Ossenweerd kunnen gaan of op de brug naar het voetballen van De CJV'ers, EBON, WWV, IJsselstreek of UD kunnen kijken. In de lente en zomer zouden ze nooit meer van de overkant de tamboers van de repeterende trommelaars kunnen horen. Maar ... zijn zusje was gespaard gebleven. En dat was het belangrijkste. Met Pinksteren, dat was overmorgen, zouden ze misschien allemaa­l nog bij elkaar zijn. Dan was het toch feest. Het was geen werk van die Hitler om vlak voor Pinksteren binnen te vallen. En dan was het ook nog de tweede zondag van mei, dus moederdag. Wat een klier van een kerel om voor zijn moeder die dag zo te bederven. Be­droefd liep hij weer naar huis en ging in het portiekje voor zijn huis zitten ‘prakkezeren’  over wat er komen zou. Maar hij was veel te ongedurig en had helemaal geen tijd om lang na te denken. Hij moest zien dat hij weer aan de IJssel kwam om te kijken wat daar gaande was en hoe de brug er nu bij lag. Op een stoepje op de hoek van de straat zaten Nolle, Jan, Teun en 'de Putter'. De laat­ste was een zoon van de steenhouwer, die kort daarvoor nog de grafsteen voor Gerrits grootvader, opa Kuijk, had klaargemaakt. Die jongen werd nooit anders genoemd dan 'de Putter', want zijn vader heette Van Putten.Toen Jan zag dat Gerrit naar de IJssel wilde, hield hij hem tegen. "Niet doen", zei hij, "gevaarlijk." "Ik wil toch kijken", zei Gerrit. "Dan zal ik wel eerst gaan." Jan liep voorzichtig het hoekje om, stak de Lagestraat over en liep naar beneden in de rich­ting van de turfhoop van Wissink, die met zijn eigen schuit die turf uit Drenthe haalde en in Deventer aan de man bracht. Ze keken Jan in spanning na. Toen zagen ze hoe er voor Jan zand opspatte. Ze hoorden een knal en Jan sprong achter de turfhoop."Ze schieten vanuit de kazematten", zei Teun. "We moeten hier weg. Wedden dat er Duitsers aan de IJssel staan! Ze hebben Jan willen waarschuwen, dat hij gevaar loopt." Gerrit vond het maar knap van Teun. Waar haalde hij die wijsheid vandaan. Nu wist hij ineens ook, waarom hij voor de tweede keer de brug in het water wilde zien liggen. Hij dacht dat hij zich vergist had, dat hij droomde. In boeken over de Tachtigjarige Oorlog en de Franse tijd had hij over jongens gelezen, die allerlei avonturen meemaakten en nu was hij er zelf bij. Hij had altijd gedacht dat zulke   dingen alleen maar in die boeken bestonden. Nu had hij pas in de gaten dat boeken echt gebeurd konden zijn. Hij kneep zich in de arm."Wat doe je?" vroeg 'de Putter'."Ik geloof dat ik droom", zei Gerrit."Help je broer liever!" 'de Putter' schreeuwde: "Jan, kom maar achter die heuvel vandaan, 't zijn onze eigen soldaten die schieten!" Jan pakte zijn zakdoek uit de zak en rende zwaaiend met dat doekje boven zijn hoofd naar de jongens toe. Hij was zo wit als een doek."Weg­wezen", zei hij, en ze liepen gauw de Ravenstraat in.Daar was nu ook genoeg te zien. De volwassenen waren allemaal bezig dingen naar buiten te brengen. "Wat is er aan de hand?" vroegen de jongens.  "Drie vingers, een pink en een duim", zei een oude kerel.  “Doe toch niet zo kinderachtig." De jongens liepen gauw naar huis. Gerrits vader kwam net naar buiten, toen ze er aan kwamen. "Binnenkomen, jongens", zei hij, "we moeten hier weg." "Waarom?" "We liggen in de vuurlinie", zei Vader, "Cor, haal jij even de bolderkar uit de kelder, dan kunnen we nog wat spullen mee­nemen." Cor ging de kelder in en haalde de kar, die echte wagenwieltjes met ijzeren banden had.  

 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk