12. 1985. ... Geld verdieenen. ... 1949

> Categorie: De Liggende Vrèters Gepubliceerd: donderdag 11 juni 2009
Jan Bennemeer is het meesterbrein van het Volkssanatorium. Wi'j schaken leren, iej könt  bie  hem terechte. Zit iej in de knup met een kruuswoordroadsel, hee helpt oe diee deur te hakken. Hee is de dammer bie uutstek, stek zelfs boaven de kampioen van Oldenzaal uut; diee ligt op kamer 33, noast hun.Gerrit vrög Jan hoe-of het der noe bie steet. "Je hebt het gehoord. Als m'n bezinking in september goed is, mag ik naar het Geertruiden-Ziekenhuis in Deventer; dan krijg ik een plastiek. Dokter Vos heeft hier te weinig voorzieningen om die te geven. Hij zegt dat die moderne slager in Deventer alle gereedschappen heeft om links mijn ribben, ik krijg er een van vijf ribben, weg te zagen, zodat mijn long daar voorgoed in elkaar klapt. Mijn vrouw komt me daar bezoeken met kleine Jantje, die is nu vijf, en die heb ik ruim drie jaar niet gezien. Ik zoek een logeeradres voor hen, dan kunnen ze daar een paar dagen blijven".Gerrit krig een brok in de kèle. "Ze kunnen bij ons logeren; wij wonen vlak bij het ziekenhuis"."Daar houd ik je aan!" Uutroop van verrassing en bliedschap.Dan vertelt Jan hoe-of het met de pitrieet-handel steet. Gerrit weet nog heel goed, op welke wieze diee begonnen is. Op een dag leien ze in bedde met hun zakschaakbeukskes te schaken. Jan won altied van hem, möör disse keer stond hee binnen twintig zetten mat. "Hoe heb ik het noe?" liet Gerrit zich ontvallen; "bi'j zieek?"Jan vertelden dat hee op zwärt zoad zaad en nieet meer fluiten kon, umdat hee gin duiten had. "Ik wil mijn vrouw niet belasten; die heeft het met de sigarenhandel en met Jantje al moeilijk genoeg, nu alles nog op de bon is. Ze moet heel wat dingen zwart inkopen. Dat is mijn zwarte zaad, begrijp je?" Op dat moment kwam Mol binnen. Mol en Jan kwammen  beiden uut Den Haag.  Mol had altied seretten bie hem ekocht. Hee was op stool en werkten bie Broeder Eggink an de bamboeligstolen, wöör ook een boel pitrieet an te passe kump. Diee begon mee te proaten. Binnen de körtste keren had Jan een plan; hee ging pitrieet verkopen. In het telefoonbook zocht hee het nummer van Frens in Apeldoorn. Diee name had hee van Gerrit, diee had in de Koning Willem III-kazerne elègen, want de eerste dag dat hee in Amersfoort op-ekommen was, most-e nöör het derde peloton van het zeuvende eskadron van de Huzaren van Boreel en diee leien in Apeldoorn. Driee kilo pitrieet stuurden Frens, veur niks, umdat het veur zieeke mensen was. Het  was um  zoo te zeggen anpriesgrei. Zee hingen de hele handel in strengen, an het voten-ende eboagen, onder het bedde van Jan. Jan pakten een tengesken en een stuk iezerdroad van veertig centimeter lang. Wöör had hee dat noe weer vandan? Heel sikuur, hee was begonnen as monteur bie de telefoon, boag hee dat zoo, dat der een eugsken in het midden kwam. Döör deej hee een dröödjen deur, knupten dat vaste, hield dat dröödjen an het ende vaste, liet de iezerdroad zweven. Diee hing precies horizontaal. Het was een mobiel eworden. Twee eugskes kneep hee an de uutenden, deej vier gulden, diee hee van Gerrit zien soldij leenden in een zeksken. "Dat is een ons, met iets overgewicht van het zakje", zei hee. Hee rolden wat pitrieet-strengen op, deej der een tuiwken umme, hing diee an het uutende van de iezerdroad, most der nog ene strenge bie doon. Toen hing de zaak in èvenwicht. "Dat is onze weegschaal", zei hee dan; "nu heb ik voor minstens vijftig gulden handel onder mijn bed hangen!" Gerrit had zeker vroagend ekeken. "Ik verkoop het voor een gulden per ons", veugden hee deran too.
 

Wij gebruiken één cookie, die essentieel is voor het functioneren van deze website. Lees meer: Privacy & cookies.

  Ik accepteer deze cookie.
EU Cookie Directive plugin by www.channeldigital.co.uk